Hier loop ik warm van

The Hotstepper goes Dutch

Archive for november 2012

Zielig

leave a comment »

‘Betalen wij eigenlijk ook de eerste klas als tweederangs burger? Netjes (…) kiezen wij voor de milieubewuste ‘goedkope’ geelblauwe rups, maar elke morgen is het weer sardientjes in de blauwe benauwde blikkencoupés. Over hoofden en schouders zie je ook de rode elitestoelen. Ja, de stoelen, want er zit niemand op. Ondertussen (…) is de enige gentleman met eigen stroomvoorziening, brede stoel en overlastvrij treinstel de vorst in zijn tijdelijke fort. Het is het ‘torentje’ van de NS, en ja, dan komt het er inderdaad op neer dat wij als  bourgeoisie de upper class betalen.’

Ik las bovenstaande tekst afgelopen woensdag in Metro. De ingezonden brief is geschreven door ene Janno Meijer. Wat een zielige jankbek, zeg! Ongelooflijke sufkut. Declasseert zichzelf direct in zijn eerste zin, de stakker. Hoezo tweederangs? Omdat hij een kaartje voor de tweedeklas kocht? Woordspeling zeker? Niet grappig. Is vast geen familie van Jochem. Wel stoer dat hij een brief heeft ingezonden naar Metro. Dat had ik niet verwacht van iemand die zichzelf als inferieur betitelt, wegcijfert als een grijze muis en toch niet kan nalaten zich op de borst te kloppen voor zijn omgevingsvriendelijke keuze van transport.

De vraag is of het een bewuste beslissing was of instinctief? Meneer staat nu eenmaal liever in een coupé, dan in de file. Dat moet een ramp zijn voor deze brave borst, want in de trein weet hij zich nog vergezeld van lotgenoten met wie hij zijn misère kan delen, maar in zijn voiture zit hij helemaal alleen. En ook daar wordt hij met zijn neus op de feiten gedrukt. Want ook daar wordt hij geconfronteerd met mensen die luxer reizen dan hij. Ook daar zal hij kunnen vaststellen dat er mensen zijn in grotere, mooiere en comfortabelere vehikels dan het zijne.

Wat een schijnheil! Zich een beetje verstoppen achter dure woorden die leuk weglezen, maar in feite slaan als kut op dirk. Elite, gentleman, torentje, bourgeoisie. Lege woorden in holle frasen. Wat haalt meneer de mooischrijver zich in zijn hoofd? Vergelijkt zichzelf met de welgestelde laag van de bevolking, maar zou nog liever een rode stoel kapen dan er extra voor betalen. In Amsterdam is net een tentenkamp van asielzoekers ontruimd. Het is bijna Kerst. Meneer is dan een paar dagen vrij en neemt het er van. Misschien kan hij een vluchtelingengezin uitnodigen, dan is hij niet alleen en zet hij zijn lege betoog toch enigszins kracht bij.

Written by thehotstepper

november 30, 2012 at 6:58 pm

Wordt vervolgd! (11)

with 5 comments

We waren in aflevering tien teruggekeerd naar de zandbank, waar de groep werd belaagd door een groep zeehonden. Het doet onze schrijver denken aan ‘een BBC documentaire over het leven op de Serengeti (…)’ Nee, hè, hoor ik sommige lezers denken, niet wéér een uitstapje, want het lijkt even of aflevering 11, De slag om de zandbank, opnieuw aanleiding geeft om af te dwalen. Een lezer uit Breda schreef eerder op de Facebookpagina van het feuilleton: ‘Het verhaal komt nog steeds niet op gang … Zijlijn na uitweiding na blablabla (…)’

Maar dat is in dit geval niet helemaal eerlijk, want Giphart neemt ons slechts even mee naar Tanzania om dan weer vliegensvlug terug te keren op de zandplaat. Daarnaast verwerkt hij actueel nieuws  in het verhaal en verwijst hij naar de serie Earthflight, die momenteel wordt uitgezonden op TV: ‘Dankzij een op de rug van een overvliegende zilvermeeuw gemonteerde camera zou te volgen zijn hoe de wadlopers uiteen stoven op het moment dat de zeehonden hen achterna kwamen.’ Bovendien leren we in deze aflevering weer een aantal kinderen uit het gezelschap kennen en zo kunnen we onderstaande overzicht maken:

  • Sanne en Bram – twee kinderen, dochter Tienne (5) en zoon Duco (11)
  • Rosalie – twee zoons,  Sjors (10)  en Dimitri (12)
  • Frederique en Pim – drie kinderen, zoon Hidde (15), IJsbrand (8) en Robine
  • Klaasje en Korneel – dochter Frances, maar die is niet mee, want nog baby van vier maanden
  • Bibi en Kick – vijf kinderen, o.a. zoon Kick jr. van 6 jaar

De leeftijden heb ik deels uit het verhaal, deels uit het personogram dat Ronald Giphart eerder op Facebook deelde.

Aflevering twee gaf ons het woord ‘wanbof’, het vierde deel gaf ons ‘Bubbuvuddu’ en dankzij editie zes leerde ik het Griekse woord ‘hoi polloi’ kennen. Het laatste doet me overigens denken aan Jeroentje uit Jan, Jans en de kinderen, die in de beroemde strip van Jan Kruis iedereen steevast begroet met de kreet ‘Hoi Pipeloi!’, maar dat terzijde. Iedereen maakt weleens een uitstapje, ik ook. Waar ik naar  toe wil is dat in de aflevering van vandaag ook weer mooie woorden zitten. Wat te denken van ‘kafferbuffel’ en ‘kadavergeile gieren’. Van die eerste weet ik het niet zeker, maar die laatste is een prachtige alliteratie. Over de kafferbuffels schrijft Giphart in zijn toelichting: ‘Dit lekkere woord komt in mijn versie van Van Dale niet voor.’ Eerder schreef hij over wanbof: ‘Geregeld schrijf ik onbekende woorden op in de hoop ze kwijt te kunnen in een verhaal.’ Ik ben heel blij met mooie en onbekende woorden en de allitererende gieren zijn de excursie wat mij betreft dan ook dubbel en dwars waard. Daarnaast gun ik de schrijver zijn pleziertje, of zoals hij dat zelf eerder omschreef: “Dat is het heerlijke aan schrijven: binnen een paar seconden ben je de wereld over.”

En dan heb ik het nog niet eens over Rotmok! Nooit van gehoord, dacht ik en ik was niet de enige, die er zo over dacht. Op Facebook schreef een lezer naar aanleiding van een vraag van Giphart of hij matroos Beerd het ouderwetse marinerecept zou laten maken of iets anders: ‘De naam alleen al, doen!! Eh, wat is het?’ In de toelichtingenkolom staat het recept en ik kan inmiddels uit eigen ervaring zeggen, dat het niet alleen lekker ruikt, maar ook heerlijk smaakt. Opnieuw dank voor een mooi nieuw woord, Ronald en bedankt voor de inspiratie! Mevrouw Stepper is ook fan van het gerecht.

Toch roept de Rotmok ook vragen bij mij op. Het gerecht neemt best wat tijd in beslag om te maken. De bereidingstijd loopt tegen de twee uur. Dit impliceert dat de groep zo lang buiten op het Wad heeft gebivakkeerd. Zelf ben ik na een minuut of vijf altijd wel uitgekeken op een groepje dieren, maar dat is in de dierentuin, dus dat telt misschien niet. Maar hoe zit het met die kleine kinderen? Is twee uur op een zandbank voor hen niet te lang? Lijkt me geen gemakkelijke opgave voor de ouders om het kleine grut bezig te houden en het hen naar de zin te maken. Het is 30 of 31 december en het zal dus wel koud zijn… En hoe zit het met Bibi en Freek. Hebben die echt twee uur gepraat en in die tijd maar één sigaretje gerookt? En hoe zit het met het geheim dat Bibi aan Frederique ging vertellen? Voor ze hiertoe kans kreeg, werden ze door de kinderen gestoord en wat er eerder is gezegd kan nooit twee uur hebben geduurd…

Tijd is in romans en films altijd een heikel punt. Ik kan mij een voorbeeld herinneren van de literatuurlessen op school. Daarin werden de WC scènes uit Turks Fruit en The Godfather als voorbeeld gebruikt. Niemand gaat in een boek of film ooit naar het toilet, tenzij het functioneel is. (Twee uur op een koude zandplaat… De vrouwen hebben glühwein op, de kinderen warme chocomel, no way dat ze twee uur hun plas hebben kunnen ophouden) In het boek van Wolkers ende film van Francis Ford Coppola was toiletbezoek essentieel, in dit feuilleton niet. Door de bereidingstijd van de Rotmok moest ik er echter toch aan denken. Misschien pieker ik teveel, omdat ik dit blog bijhoud. Ik zou beter genieten van het verhaal. Blaffende zeehonden bijten dan misschien niet, maar ze zorgen wel voor spanning en sensatie en hoewel het verhaal eindigt in een Mexican standoff, heb ik er vertrouwen in dat het goed komt. Het deel van de groep dat de boot weet te bereiken wordt immers ‘vrolijk verwelkomd door schippersvrouw Maria en matroos Beerd.’ Het zal met Korneel en Bram, de achterblijvers, dus ook wel loslopen. Wat ik me dan nog wel afvraag is of Bibi en Frederique ook aan boord zijn? Het feuilleton zou echter geen feuilleton zijn, als het verhaal niet wordt vervolgd, dus op die vraag krijgen we vast volgende week antwoord.

Later

with 2 comments

Wat als later nu wordt? Als later te laat is? Later was altijd een heerlijk woord. Het symboliseerde perspectief. Het impliceerde dat er tijd genoeg was. Het gaf een heerlijk excuus om niet dat te doen wat soms nu eenmaal gedaan moet worden. Een weldadig alibi om te dromen en vooral te genieten van hier en nu. De gedachte aan later verleende goedmoedig uitstel.

Wat als later nu wordt? Als de diagnose een vonnis wordt? Dan haal je naar voren wat je voor later had bewaard. Dus vierden we ineens een bruiloft, die eigenlijk pas over een maand was gepland. Een maand, het klinkt zo dichtbij, maar hoe ver schijnt het je toe als je te horen hebt gekregen dat je slechts dagen hebt om te doen wat je nog beoogde? Dat een week lange termijn is? Dat morgen een dag is die later weliswaar dichterbij brengt, maar de toekomst vergeet?

Wat als later nu wordt? Als de tijd vliegt, geen metafoor, maar werkelijkheid is? Dan zorg je dat nu onvergetelijk wordt. Want uren, dagen, maanden, jaren vliegen als een schaduw heen, maar als heden wordt verleden, dan telt het kleinste woord en elke blik. ‘Ja’ en hoe jullie elkaar aankeken werd vastgelegd voor nu en ooit door de lens van een camera. Verstild en gevangen in een gedenkwaardig ogenblik.

Wat als later nu wordt? Als de toekomst je inhaalt en je door de vingers glipt? Dan blijkt onvergetelijk gelukkig niet te vatten in tijd. Het is zogezegd een zalfje voor later. Dat voorkomt dat het gaat stinken. Dat later nu werd vind ik erg genoeg, maar bedankt dat je het wilde delen. Ik had het niet willen missen en de herinnering aan die dag zal ik later altijd bij mij dragen.

Written by thehotstepper

november 25, 2012 at 5:56 pm

Geplaatst in column

Tagged with , , , ,

Worst

leave a comment »

Spreuken zijn overal en altijd. Het maakt niet uit wat ik doe, maar sinds ik tegeltjes maak, lijk ik ze overal tegen te komen. Vaak zal dat niet de bedoeling zijn van mijn gesprekspartner of van de schrijver, maar dat maakt mij niet uit. Vanmiddag zat ik een artikel te lezen in Volkskrant Magazine van 24 november 2012 en daar las ik een quote en direct wist ik, die komt op een tegel. Het artikel heet Grill, ossen, lever en rook en is van Carel Helder. Het gaat over worst maken. Dat schijnt een hype te zijn in Amsterdam. Daar heb je dus mannen, die tegen hun vrouw zeggen, als zij weer eens klaagt dat hij te veel tijd aan zijn hobby besteedt:

Written by thehotstepper

november 25, 2012 at 4:07 pm

Wordt vervolgd! (10)

with one comment

In aflevering tien, Bibi’s kleine geheim,  pakt Giphart de draad weer op. Je kan dit op twee manieren lezen en een aantal meelezers zal opgelucht ademhalen, dat  de schrijver aan het einde van dit deel terugkeert naar de oorspronkelijke verhaallijn. Alvorens dit te doen, krijgen we te maken met de andere manier waarop je ‘de draad oppakken’ kunt interpreteren: Giphart gaat naadloos verder met het avontuur(tje) van Bibi in de woestijn van Syrië. Hij doet dit door middel van een tegenstelling. Deel negen eindigde met de zin ‘Natuurlijk had ze hem moeten stoppen.’ en deel tien gaat vrolijk verder met ‘Maar dat deed ze niet.’

Taaladvies  schrijft over maar aan het begin van een zin: ‘Volgens een oude schoolregel mag een zin nooit beginnen met maar. In de praktijk ligt dit genuanceerder. Het nevenschikkende voegwoord maar verbindt gewoonlijk een hoofdzin met een voorafgaande hoofdzin. De twee zinnen kunnen dan één samengestelde zin vormen, maar dat hoeft niet. Het tweede deel kan ook als losse zin worden weergegeven, bijvoorbeeld om de eerste zin duidelijk als zelfstandige zin te presenteren of het alternatief met maar meer nadruk te geven.’ Uiteraard is het in het geval van een feuilleton ook zeer goed mogelijk om een zin te beginnen met maar om zo verder te gaan met de cliffhanger van de vorige aflevering. Giphart doet dit vol overgave. ‘Maar dat deed ze niet. Bassam bewoog zijn vingers steeds hoger.’

Hoe zat het ook al weer, moet menigeen met een abonnement zich aan de ontbijttafel hebben afgevraagd, terwijl ze, het slaapzand nog in de ogen, onder het genot van een eerste bakkie koffie en een nieuwe aflevering van het feuilleton langzaam wakker worden met een erotische scène. Sinds aflevering zeven leren we De Vijf beter kennen door middel van geheimen die ze met zich meedragen. In Geheimen gebeurde dit via een lange opsomming van de verschillende verborgenheden van de vijf vrouwen . In aflevering acht en negen zoomde Giphart in op Bibi, die enigszins als een geraffineerde mannenverslindster wordt weggezet. Lijkt het in deel negen echter nog alsof zij een naïeve, onschuldige bedoeïenenjongen verleidt, uit het vervolg blijkt dat zij het is die om de tuin wordt geleid. Wil de schrijver ons beeld van Bibi nuanceren? Hij doet dit fraai. Het verhaal doet mij denken aan een blikje van Verkade, want in feite lezen we een geheim in een geheim. Vandaar de titel, Bibi’s kleine geheim. Het laatste deel van de anekdote houdt ze liever voor zichzelf.

Toch weer knap van die Giphart. Vanwege ‘omstandigheden’ kon hij pas in de nacht van woensdag op donderdag aan het feuilleton beginnen. Op zijn Facebookpagina  schreef hij hierover: “Die omstandigheden waren publicitaire afspraken rond de verschijning van De wake, mijn nieuwe verhalenbundel, volgende week; en de verhuizing van mijn werkkamer, een nogal tijdrovende gebeurtenis die vandaag plaatsvond met behulp van twee ingehuurde studenten. Inmiddels zit ik in mijn nieuwe – nogal koude – ruimte, met een grote pot koffie en tot morgenochtend 09.00 uur de tijd, al hoop ik eerder klaar te zijn.

Mijn planning:
22.00-22.30 uur: opzet maken
22.30-01.00 uur: 600 woorden
01.00-01.30 uur: pauze
01.30-03.30 uur: 600 woorden
03.30-04.30 uur: Zijbalk schrijven
04.30-05.00 uur: opkrikken.”

Ook kunnen we er mooi zijn vorderingen te volgen. We krijgen zo een mooi kijkje in De keuken van Giphart, om te spreken met de woorden van een collega blogger.

“Inmiddels is het 01.00 uur en heb ik recht op een pauze. Ik zit op 900 woorden. Dat waren er 1500, maar ik al herschrijvend en herschrijvend en herschrijvend zijn er 600 gesneuveld.”

“02.35 uur. Eerste versie is nu af, ik begin aan ‘de zijbalk’, oftewel de verklarende tekstjes en wetenswaardigheden die in de krant rechts van het Feuilleton staan.”

“Voor wie nog wakker is… het is nu 03.45 uur en ik heb de tweede versie van het feuilleton en de zijbalk af. Pauze tot 04.00 uur en dan de laatste herschrijfronde.”

Om 04.25 schreef hij uiteindelijk: “Zo. Klaar. Ingeleverd. Naar huis rijden. Biertje. Beetje lezen. Slapen. (…)”

Knap. Niet alleen heeft hij zijn planning gehaald , maar bovendien heeft hij het beeld van Bibi bijgesteld en het verhaal weer vlot getrokken. Na Brussel, Zuid-Afrika en Syrië zijn we weer terug op de zandbank in de Waddenzee, waar Bibi’s kinderen haar net hebben betrapt op het roken van een sigaret. Ze rennen kennelijk heen en weer tussen Bibi en Kick. Aan het einde van aflevering acht schrijft Giphart: ‘Woedend kwamen er vijf kinderen op hen (Freek en Bibi) afgerend.’ In de aflevering van dit weekend rennen ze al weer van hen weg: ‘Terug op de plaat tussen Vlieland en Terschelling kwamen Bibi’s kinderen op hun vader Kick afgerend, gevolgd door een halve jeugdbende.’

Knap. Want en passant belicht hij in de toelichtingenkolom een mooie regel uit de Nederlandse poëzie. Het gaat om een strofe uit Het huwelijk  van Willem Elsschot: ‘(…) want tussen droom en daad / staan wetten in de weg en praktische bezwaren / en ook weemoedigheid, die niemand kan verklaren / en die des avonds komt, wanneer men slapen gaat.’ Ik  zou er in het midden van de nacht, terwijl ik tegen een deadline zit aan te hikken, denk ik niet zo snel opkomen. Het moet hem echter zijn ingegeven als gevolg van één van de voordelen van ’s nachts werken, die hij eveneens als toelichting beschrijft: ‘(…) en de toeslaande vermoeidheid kan bronnen bereiken die in heldere toestand onaangeboord blijven.’

Knap. Hij weet zelfs een ouderlijk advies uit het (denkbeeldige?) Opvoedkundig Handboek in zijn verhaal te verwerken, dat ik als aankomende vader zeer weet te waarderen: ‘afleiding is de oplossing van vrijwel alle problemen.’ Bedankt, ik zal het in gedachten houden. En bedankt ook voor het gebruiken van mijn commentaar en advies naar aanleiding van de vorige aflevering. Op de pagina van het feuilleton op Facebook staat prominent  te lezen dat ‘Schrijver Ronald Giphart schrijft voor de Volkskrant een wekelijks romanfeuilleton, waarbij hij de lezers regelmatig om advies vraagt.’ Dat van mij krijg je er ongevraagd bij en ik ben blij dat je er klaarblijkelijk wat aan hebt.

Domme vragen

leave a comment »

Ik was afgelopen week vrij. Toch weerhoudt dat me er niet van om zo nu en dan mijn e-mail te controleren. Dat geeft me rust. Het voelt ook geenszins als werk. Meer een stukje bevestiging voor mijzelf dat ik alles netjes heb achtergelaten. En mocht er toch iets heel belangrijks in mijn mailbox staan, wat alleen ik kan oppakken, en ik weiger dat te geloven, dan is het toch een kleine moeite om een collega te bellen en op weg te helpen? Afgelopen week was dat niet aan de orde. Ik ontving nauwelijks mail en de boodschappen en vragen die wel aan mij werden verstuurd konden wel even wachten. Toch zat er een mailtje bij wat mij intrigeerde. Het was een reminder aan een vraag die mij ruim zes weken geleden was gesteld en waarop ik schriftelijk geen antwoord had gegeven. Ik kan mij echter wel herinneren dat ik de dame in kwestie heb opgezocht en uitgelegd dat de vraag die zij stelde niet relevant was, omdat wat zij wil gewoon (nog) niet kan.

Inmiddels zijn we dus enige tijd verder en aan de minimale randvoorwaarden om e.e.a. mogelijk te maken is niet voldaan. Sterker nog, er is niets veranderd. Toch weerhoudt dat haar er niet van om mij dezelfde vraag nogmaals te stellen. Ze heeft niet  eens een nieuw bericht getypt, maar  gewoon de vorige mail doorgestuurd met een korte mededeling: ‘Ik heb nooit een antwoord gehad op mijn vragen, kan je die alsnog sturen?’ Het inspireerde mij tot onderstaande tegeltje, waarvoor ik dan wel weer dankbaar ben. Ik vrees echter dat ik te veel fatsoen heb om het haar  te geven. Na mijn vakantie zal ik dus toch maar schriftelijk reageren en proberen om niet al te sarcastisch te wijzen op de onmogelijkheden die zij nastreeft.

Written by thehotstepper

november 17, 2012 at 10:10 am

Geplaatst in spreuk, tegeltje

Tagged with , , ,

The perks of being a wallflower

with one comment

The perks of being a wallflower is een prachtige film, die iedereen moet gaan zien. Het is de verfilming van een roman in briefvorm uit 1999, die gaat over opgroeien, of zoals dat in het Engels zo mooi heet, coming of age. De schrijver is Stephen Chbosky, die in 2012 ook de film regisseerde. Het verhaal verkent thema’s als introversie, misbruik, drugs, (homo)seksualiteit en pubertijd en speelt zich af in een voorstad van Pittsburgh in de vroege jaren 90. Het begint als de vijftienjarige Charlie, de verteller van het verhaal, als eerstejaars begint in de bovenbouw van een middelbare school. Charlie is het muurbloempje waarnaar wordt verwezen in de titel. Hij is een onconventionele denker, en als het verhaal begint is hij verlegen en impopulair.

Het boek is in het Nederlands vertaald als De belevenissen van een muurbloem, wat ik een slechte vertaling van de titel vind. Charlie is verlegen en onaangepast en worstelt met allerlei problemen en gevoelens. Hierdoor vindt hij geen aansluiting bij zijn klasgenoten. Hij is echter hyperintelligent en door de speciale aandacht van zijn leraar Engels en de vriendschap die hij sluit met een (groep) ouderejaars ontwikkelt hij zich razendsnel. Perk betekent extraatje, of voordeel en die letterlijke vertaling had het verhaal meer recht gedaan.

Uit boekbesprekingen blijkt dat Charlie de brieven schrijft aan een anonieme vriend, maar bij het zien van de film (ik heb het boek nog niet gelezen) kwam het op mij over dat hij de brieven schrijft aan zijn enige goede vriend, Michael, die zelfmoord pleegde. Hij is de enige die hij kan vertrouwen. Charlie heeft niet het gevoel dat hij kan steunen op zijn ouders, of op zijn oudere broer en zus. Het wordt al snel duidelijk dat het enige familielid waarmee hij een bijzonder band heeft, zijn tante Helen is. Maar zij kwam om bij een auto ongeluk op zijn zevende verjaardag.

Charlie raakt bevriend met een ander buitenbeentje, de ouderejaars Patrick, die er openlijk voor uitkomt dat hij homo is. Via hem leert hij  Sam kennen, die Patricks stiefzus is. Beide zitten in hun eindexamenjaar. Met hen beleeft hij een geweldige tijd, waarin hij experimenteert met drugs, alcohol en seks. Uit het boek blijkt de groei die hij doormaakt uit de brieven en de manier waarop hij die schrijft. In de film wordt dit echter ook mooi verbeeld door de jonge acteur, Logan Lerman (20), die Charlie speelt: Aan het begin van de film is hij een jongetje, aan het eind van de film ziet hij er meer uit als de jongeman die hij is.

Behalve het verhaal is de muziek een goede reden om de film te gaan zien. De soundtrack bevat o.a. tracks van The Smiths (Asleep), Cocteau Twins (Pearly Dewdrops’ Drops) en David Bowie (Heroes). De laatste wordt in de film aangeduid als de ‘tunnelsong’. Terwijl Patrick, Sam en Charlie door het nachtelijk Pittsburg rijden, komt Heroes op de radio. ‘We moeten door de tunnel, Patrick, door de tunnel’, zegt Sam. En terwijl Bowie zingt over een liefde tussen twee mensen in een schier onmogelijke situatie, klimt Sam in de laadbak van de pick-up truck en geniet ze met haar armen wijd, van de wind in haar gezicht en de muziek.

De tunnel is lang en helder verlicht. De lampen wijzen de weg, maar kunnen verblindend zijn. Afslaan is onmogelijk en toch is er een gevoel van vrijheid. Het is een prachtige symboliek voor de lange weg die pubers in het algemeen te gaan hebben en past mooi bij het motto van de film: We are infinite – wij zijn oneindig.

Leeg

leave a comment »

Ik ben geen voetbalkenner, laat ik dat voorop stellen. Noch ben ik fan van het spelletje, maar dat neemt niet weg dat ik een mooie pot wel kan waarderen. Toch kijk ik geloof ik op een andere manier voetbal dan de doorsnee Nederlander. Die is immers fanatiek, ter zake kundig en emotioneel betrokken bij zijn of haar club. Ook heeft hij oranje bloed door de aderen stromen als de nationale ploeg speelt. Het zijn eigenschappen die mij ontberen. Voetbal maakt mij normaliter de pis niet lauw.

Anders is het als ik live in het stadion aanwezig ben. Uiteraard is dat niet iets wat mij wekelijks overkomt, maar het gebeurt, dat ik wordt meegevraagd en als het even kan zeg ik geen nee. Voetbal kijken in een stadion heeft iets magisch. Ik heb het dan niet over het spelletje an sich, maar over de sfeer en de energie die er bij komt kijken. Het is volgens mij ook de reden dat de meeste stadions komvormig zijn. Dat heeft niets te maken met goed zicht op het veld, maar alles met het vasthouden van de energie die wordt opgewekt door de supporters.

Niet voor niets worden zij ook wel aangeduid als de twaalfde man. Als het publiek goed van zich laat horen, dan barst een stadion bijna uit zijn voegen. De atmosfeer lijkt zich te verdikken en je moet wel heel sterk in je schoenen staan, wil je je niet laten meeslepen. Stilzitten is niet mogelijk en oerkreten ontsnappen je en worden toegevoegd aan de energiesoep, die niet anders dan aanstekelijk kan zijn voor de spelers op het veld.

Afgelopen zondag zat ik in de Kuip en zag daar Feyenoord winnen van een veel zwakkere tegenstander. Eindstand 5-2. Het had veel meer kunnen zijn. Moeten zijn. En die twee doelpunten tegen waren ook niet nodig. Je zou verwachten dat ik uitgeput het stadion verliet. Dat de magie van de spreekkoren en gezangen mijn lichaamskracht zou hebben afgemat tot ver in haar reserves, maar niets was minder waar. Halverwege de tweede helft was niet alleen de wedstrijd, maar ook de aansporing doodgebloed. Om mij heen hoorde ik meer en meer negatieve opmerkingen. Dit was niet goed, dat was niet goed.

Enigszins geërgerd betrapte ik mezelf erop dat ik niet langer de wedstrijd maar de toeschouwers volgde. Uit mijn ooghoeken zag ik hoe een spits voor de zoveelste keer een kans niet afmaakte door te slap in te schieten. Het gemopper om mij heen nam even toe in heftigheid maar zakte al gauw weer in. Feyenoord ging opnieuw in de aanval. Schuin beneden mij, bij de harde kern in vak S, was het stil. Een vlag hing futloos aan een stok, terwijl de supporter die hem vasthield aan het bellen was. Dit publiek krijgt wat het verdient, dacht ik.

Ruim voor het laatste fluitsignaal verlieten de eerste kameraden het stadion. Ze stroomden langs de trappen richting de uitgang. Haastten zich voor de eerste trein of om later niet in de file te hoeven staan. Ik keek ze hoofdschuddend na. De naam het Legioen is tenminste voor de helft goed gekozen, peinsde ik, terwijl ik toekeek hoe de Kuip leger en leger werd.

Written by thehotstepper

november 14, 2012 at 11:21 am

Schrijver

with one comment

Afgelopen weekend ging ik naar het Lezersfeest in de Centrale Bibliotheek van Rotterdam. Het was mijn eerste keer. Altijd spannend. Hoe zou het zijn?, dacht ik van te voren. Op de site stond te lezen dat het één van de grootste literaire evenementen van Nederland is. Dat op verschillende podia literaire grootheden en aankomend literair talent voordragen uit eigen werk. Mijn verwachtingen waren dus hoog gespannen.

Over het algemeen hou ik daar niet van. Hoe hoger de verwachting, hoe groter de eventuele teleurstelling. Daartegenover staat dat als aan het vooruitzicht wordt voldaan, het wel kicken is, maar het toch een minder euforisch gevoel geeft dan wanneer ik mij van tevoren geen illusie had gemaakt. Goed, het Lezersfeest, de naam was goed gekozen. Meer lezers dan schrijvers en daar wringt hem de schoen.

Naïef van mij natuurlijk, maar ik had evenwel een andere voorstelling van het feest. Uiteraard zou ik een aantal voordrachten bijwonen, maar verder zou ik vooral spontaan schrijvers tegen het lijf lopen. In de wandelgangen een gesprek aanknopen of aan de bar. Natuurlijk aan de bar, waar anders zou een schrijver te vinden zijn? Maar niets bleek minder waar… Het was niet eens druk aan de tap. Nooit gedacht dat ik me daarover nog eens zou beklagen. Overigens had ik wel een leuk gesprek aan de toog, maar dat was met de barjuffrouw.

‘Hallo, mag ik een bier van u?’

‘Natuurlijk, mag ik dan een bonnetje!?’, antwoordde zij vrolijk. Ik keek haar vragend aan en een ogenblik was er verwarring.

‘Ik heb bonnetjes zat hoor,’ zei ik. ‘Hier heb ik er één van Jumbo, of heb je liever Gamma?’ Het meisje schudde haar hoofd en bloosde. Toen viel bij mij het kwartje. Ze vergiste zich en dacht dat ik een schrijver was.

‘Zie ik er zo literair uit?’ vroeg ik haar. Ze bloosde nog iets dieper.

‘Geeft niets hoor, wie weet heb ik volgend jaar bonnetjes,’ zei ik terwijl ik mijn bestelling en het wisselgeld met een knipoog in ontvangst nam.

Nippend van het biertje, overwoog ik dat ik goed op mijn plaats was. Ik ben tenslotte meer lezer dan schrijver, maar kennelijk heb ik wel potentie, dacht ik geamuseerd. Even later hing ik tijdens een lezing aan de lippen van Tommy Wieringa die vertelde, dat hij wel eens wordt verward met Cees Geel. Ook een misverstand, maar het kan dus de beste overkomen.

Written by thehotstepper

november 12, 2012 at 12:54 pm

Wordt vervolgd! (9)

with one comment

Ik las vanmorgen de negende aflevering van het Volkskrant Feuilleton zonder acht te slaan op de titel. Even voorbij de helft van de eerste kolom reageerde Bibi op iets wat haar moeder tegen haar zei: ‘‘Een geweldig niets’, herhaalde Bibi.’ Ik liet de krant zakken en herhaalde die drie woorden in gedachten en knikte. Een geweldig niets. Het zinnetje komt binnen. Geeft een onbestemd gevoel. Mooi vind ik dat. Afijn, het is ook de goed gekozen titel van aflevering negen, waarin Giphart naar aanleiding van een lezerspoll op de Facebookpagina van het feuilleton verder gaat op de escapades van Bibi.

Op dinsdag, een dag voor zijn deadline, weet de schrijver niet hoe hij het verhaal wil voortzetten. Inmiddels heeft hij al behoorlijk wat kritiek te verduren gehad over zijn ‘uitstapjes’, waardoor hij van de verhaallijn afwijkt, maar kennelijk voelt hij wel dat hij nog niet klaar is met Bibi. Omdat het feuilleton een experiment is, waarbij de schrijver regelmatig om lezersinbreng vraagt, start hij een stemming: ‘Volgens mijn plot zou Aflevering 9 nog een zandbankscène moeten zijn (met kinderen en zeehonden), maar ik zou ook kunnen doorgaan op Bibi en haar escapades. Vandaar mijn (vrijblijvende) peiling onder de lezers. Welke kant mag het op?’ Wedden dat hij opgelucht ademhaalde dat de meerderheid ervoor koos om hem te laten voortborduren op Bibi’s uitspattingen? Wellicht viel dit ook wel te verwachten. En stond ‘vrijblijvende’ daarom terecht tussen haakjes?

Zelf heb ik er ook geen geheim van gemaakt dat ik nog wel meer van Bibi wil weten, maar ik was het wel eens met de minderheid. Mijn advies op Facebook luidde: ‘Natuurlijk willen we meer weten over Bibi en haar escapades, maar je hebt de kinderen al ten tonele gevoerd… Zandbankscène lijkt onontkoombaar… Of ga je schipperen? Blijf trouw aan je plot en kom later terug op Bibi. (tijd genoeg)’ Ik vroeg me af hoe de schrijver verder kon gaan met het verhaal, zonder dat er een breuk zou ontstaan. Het slot van aflevering acht was namelijk heel nadrukkelijk de introductie van de kinderen. Het zou me daarom niets verbazen als in de roman die laatste regels worden verwijderd of verplaatst. In het laatste geval zullen ze mogelijk nog worden geredigeerd ook, want Giphart heeft zichzelf betrapt op wat hij in de toelichtingenkolom een lelijke dubbeling noemt.

‘‘Godsamme ik ben betrapt’, zei Bibi, die snel haar peuk in het zand probeerde te trappen. Dit was de laatste zin van de vorige aflevering. Pas toen ik zaterdag de krant opensloeg, zag ik de lelijke dubbeling van het woorddeel ‘trap’. Ik ben niet tegen het herhalen van woorden of woorddelen, als ik me er maar van bewust ben.’ Ik vind dat soort herhalingen ook niet mooi, maar toegegeven, het was mij ook niet opgevallen. Stoer van Giphart om er op terug te komen. Gelukkig krijgt hij nog een herkansing als hij het verhaal als roman uitbrengt.

Bibi’s moeder wordt ten tonele gevoerd om zo meer achtergrondinformatie over Bibi, haar karakter en haar avontuurtjes te genereren. Dit levert boeiende proza, geeft meer kleur aan Bibi en maakt dat we haar nog beter leren kennen. Hoewel Giphart meelezers en meedenkers op Facebook vraagt om mee te denken over andere woorden voor ‘misstappen in de liefde’, lezen we van de suggesties weinig terug in de tekst, maar des te meer in de toelichtingenkolom onder het kopje Vreemdvrijen. Het is voor mij typerend voor deze aflevering, die weer vlot leest, maar mij toch minder weet te boeien dan de voorgaande. Ik vind de toelichtingen interessanter dan het verhaal zelf.

Noem me eigenwijs, maar het is tijd om terug te keren naar de oorspronkelijke verhaallijn en het plot. Het kan toch niet zo zijn, dat behalve de klipper Progressie, die in aflevering vier aan de grond liep, ook de schrijver is vastgelopen? Onder het kopje Bibi schrijft Giphart dat hij niet zo strak wil plannen dat er bij het schrijven geen ruimte meer is voor spontane invallen. Tussen haakjes voegt hij daaraan toe: ‘verder nog geen idee wat er zou moeten gebeuren’. Nou, laat me je dat vertellen dan, Giph. Het is tijd om terug te keren naar het schip. Het heeft niet voor niets een naam die synoniem is voor vooruitgang.

Written by thehotstepper

november 10, 2012 at 5:09 pm