Hier loop ik warm van

The Hotstepper goes Dutch

Archive for oktober 2012

Het is lastiger iets bewust te laten

with one comment

Het overkomt me nog wel eens dat ik voor iets ‘even’ achter mijn computer kruip en dat ik dan uren bezig ben met schrijven. Er schiet me dan iets te binnen en dat wil ik dan uitwerken. Het zal inspiratie zijn. Afijn, ik zit dan onbewust te schrijven, want ik was het niet van plan. Zo kan het voorkomen dat ik nog even mijn mail wil checken voordat ik het huis verlaat en dat mevrouw Stepper met haar jas aan in de gang staat en naar boven roept: ‘Wat ben je aan het doen? We gingen toch weg?’ Dat is dan mijn wake up call. Vanaf dat moment ben ik mij zeer bewust van wat ik aan het doen ben en hoewel ik haar dan natuurlijk niet wil laten staan, kost het me moeite om me los te rukken van mijn scherm. Fraai is anders, maar het leverde me het volgende inzicht op:

(Overigens zou ik terwijl ik dit zit te typen onder de douche moeten staan, want er komt zo visite. Inzicht is dus helaas niet per se de oplossing van het probleem…)

Written by thehotstepper

oktober 28, 2012 at 12:57 pm

Wordt vervolgd! (7)

with 2 comments

In deze aflevering van de bespreking van het feuilleton worden twee afleveringen besproken. Ik heb mezelf een vrijheid toegekend, die Giphart niet kent, een weekje vrij. Eén van de kenmerken van een feuilleton is dat het op gezette tijden verschijnt. In dit geval wekelijks. Giphart houdt zich hier keurig aan. Eerder heeft hij zelfs, omdat hij anders problemen voorzag, vóór de deadline nieuwe afleveringen ingeleverd. Dit is echter een ‘luxe’, die ik mij weer niet kan permitteren, aangezien ik volgend ben en dus onmogelijk vooruit kan werken.

In aflevering zes, Een golf van uitgestrekte armen, verlengt Giphart het uitstapje dat hij de aflevering daarvoor maakte. We blijven nog even bij de mannen in de Ancienne Belgique. Wat mij betreft prima, maar het intermezzo heeft via de Facebookpagina van het feuilleton ook kritiek gekregen. Een lezer geeft hier over aflevering vijf aan dat ze het jammer vindt dat het verhaal nu wordt onderbroken. Ze schijft bijvoorbeeld: “Het verhaal komt nu wel heel traag op gang. stagneert teveel. Komen er nu niet teveel zijpaden?”

Een terechte vraag. Ook volgens de schrijver, die keurig en uitgebreid reageert op de kwestie. “Ik zit nog in de fase dat ik personages wil introduceren. Dat kan in het lopende verhaal of met flashbacks. In een roman kan het soms prettig zijn om de zogenaamde nu-lijn te onderbreken. Dat is wat ik hier heb gedaan.” De schrijver onderbreekt het verhaal dus niet zomaar. Het is een bewuste keuze en er wordt een beproefde techniek, de flashback, toegepast.

Bovendien is het ook praktisch om het verhaal op deze manier te onderbreken. Giphart zegt hierover: “Het verhaal dat ik wil vertellen (al heb ik nog niet helemaal rond wat ik wil gaan vertellen) speelt zich af drie dagen. Dat is ongeveer 70 bladzijden per dag, er vanuit gaand dat ik een roman van rond de 200 bladzijden wil schrijven. Dit komt neer op ongeveer 15 VKfeuilletons per dag. Vanwege de vertraging van mijn verhaal zal ik dus af en toe een zijpad kiezen.” Het klinkt mij logisch in de oren. We zijn wel bezig met een roman, ja. Waren we een kort verhaal aan het schrijven, dan had de vragenstelster een punt.

We leren overigens uit deze feedback van de schrijver meer dan alleen over de techniek van het schrijven van een feuilleton. Giphart gunt ons wederom een prachtig kijkje in zijn keuken. Hij bekent tussen neus en lippen door dat hij nog geen uitgekristalliseerd idee heeft van wat hij wil vertellen. Ik vind dat spannend, maar voor een schrijver lijkt het me behalve dat vooral ook lastig. Daarnaast leren we voor het eerst iets over de omvang van het project: het feuilleton zal ongeveer 45 weken lopen. Dat is bijna een jaar! Ik ben benieuwd of er dan een boek volgt en wanneer dit af is en vooral ook in hoeverre het afwijkt van het feuilleton.

Hoewel ik het niet eens ben met de reactie van de lezer op aflevering vijf, kan ik me er toch iets bij voorstellen bij aflevering zes. Het verhaal van de mannen bij het concert kabbelt verder. We leren iets over het ontstaan van stagediven en ik moest een term opzoeken die ik niet kende: hoi polloi. Het komt uit het Grieks en betekent zoveel als de menigte, de massa. Bedankt Ronald, weer een mooi nieuw woord geleerd! Maar wat voegt deze aflevering toe aan het grote verhaal? In een lezerspoll op Facebook vroeg Giphart eerder aan de lezers of hij Opa Kick moet laten opduiken op Vlieland na een dronken belofte op de terugweg vanuit Brussel. 64% van de lezers antwoordde hierop met ja. Ik had daarom verwacht hierover terug te lezen, maar dit blijkt niet het geval en de vraag is nu of de schrijver dit advies naast zich heeft neergelegd, of dat hij hierop later terugkomt? (Interessant punt om te onthouden.)

In aflevering zeven, Geheimen, zijn we terug op het Wad. De titel is zeer aansprekend. Enige tijd geleden schreef ik: ‘Het voordeel van een deel per week is dat je als lezer de tijd krijgt om mee te denken. (…) Ik stel me voor dat in aflevering vijf twee vrouwen een beetje achterblijven en dat dan één van hen de ander een geheim vertelt.’ Goed, dat is dus aflevering zeven geworden, maar dat geeft niets. Kom maar op!

En bij één geheim blijft het niet, zoals ook een lezer op Facebook opmerkt: “Leuke aflevering gelezen in de krant vanochtend, wel een erg lange opsomming met geheimen (…)” Toch vind ik dat niet negatief, want de lijst met geheimen is zeer informatief en geeft in één klap zeer veel informatie over de vriendinnen, die we zo in rap tempo weer een beetje beter leren kennen. Giphart doet dat heel slim. Naast het geheim, waar de titel naar verwijst en dat in de eerste helft van deze aflevering ter sprake wordt gebracht, gebruikt hij de tweede helft voor de onthulling van nog 23 (ik heb geturfd) geheimen. Daartoe introduceert hij het begrip geheimenverzamelaar: ‘Freek onthield al een jaar of vijftien nauwgezet de dingen die door haar vriendinnen waren toevertrouwd.’ Door het toepassen van de stijlfiguur Anafoor, die hij in de daarvoor bestemde toelichtingenkolom uitlegt, is de lange opsomming niet storend, maar zit er vaart in, waardoor de lezer de (waardevolle) informatie vlot tot zich kan nemen.

Zo leren we via Frederique, die we in aflevering twee al beter leerden kennen, een aantal geheimen over Klaasje (brave Klaasje, toch niet zo heel Brave Klaasje, nogal onbrave Klaasje). Zo kunnen we ons een beter beeld van Rosalie (roddelaar, oneerlijk, stiekem) vormen. Zo leren we dat Sanne in het dagelijks leven naast moeder en echtgenoot ook persrechter is, dat ze chocolade in huis verstopt, het vroeger, in haar studententijd, met Jeroen Pauw heeft gedaan en dat ze niet zo lang geleden nog ‘per ongeluk’ met een student van 22 heeft gezoend. Zo leren we onder andere dat Bibi valt op groot geschapen mannen. Dat ze in 2007 vreemdging, dat hiervan foto’s zijn, dat ze in de sauna haar benen eens heeft gespreid voor een onbekende man, dat ze niet weet of ze nog van haar man houdt en dat ze een stalker heeft.

Voilà, zie in voorgaande alinea de Anafoor en Enumeratie. Dank je Ronald, voor je uitleg van beide stijlfiguren. Ik heb ze meteen toegepast. Ik hoop dat ik in het vervolg een Prothusteron kan gebruiken…

Opvallend aan aflevering zeven is dat de schrijver veel onderzoek heeft gedaan en gebruikt en dat hij zelf veel toelichting geeft over door hem toegepaste technieken. De aflevering is daarmee, naast eerder genoemde betere kennismaking met de dames, bijzonder informatief. Ik geniet. Dit voldoet enorm aan mijn verwachting!  Al verwacht ik niet veel te hebben aan de informatie over drooglopen, over artikel 4 en 5 uit de Wadloopverordening 2012 en over seksblaadje TUK, illustreert het mooi de noodzaak tot research door een schrijver , wanneer hij gaat schrijven over onderwerpen die hij minder goed kent.

Al met al een zeer geslaagde aflevering met een cliffhanger op een ongebruikelijke plaats. Is daar ook een naam voor Giph? Ik houd mij aanbevolen. Maar voor nu vind ik het welletjes. Ik ben uitgelogd en groet u, tot volgende week!

Gevoel

leave a comment »

Het was koud, heel erg koud. En ik ging op de fiets. Herfst in Nederland. Van 22 graden op maandag naar 8 en nachtvorst op vrijdag. Gelukkig had ik een goede reden om mij in het donker in de kou te wagen, want er was een EP-release in de stad waar ik al weken naar uit keek.

Bij aankomst bleek het nog niet echt druk, maar het voorprogramma was al begonnen. Ik vond een fijn plaatsje achterin de zaal, waar ik tegen een muur kon leunen en goed zicht op het podium had. De warme stem van de zanger deed mij rap ontdooien en al gauw was het ongemak van de kou buiten vergeten.

De artiest werkte zich rustig door een collage van evergreens die in het collectieve geheugen van de aanwezigen moest zijn opgeslagen. Het werd steeds rumoeriger in de zaal. Het lot van elke coverartiest, dacht ik. Ik zou mijn schouders erover moeten ophalen, maar een knagend gevoel had zich meester gemaakt van mijn onderbuik. Het zal straks toch wel stiller zijn? Wie zijn al die mensen en als ze toch niet voor de muziek komen, wat doen ze hier?

Het gevoel van ergernis werd versterkt door een gozer, die net iets te dicht bij mij kwam staan. Hij eiste onbeschaamd het stukje ruimte om mij heen op, dat met goed fatsoen in een publieke ruimte als privé mag worden beschouwd. Met afkeer merkte ik dat hij ook nog eens langzaam telkens een stukje dichterbij kwam. Natuurlijk begon hij een gesprek met een andere vent dat ik ongewild kon volgen en onmogelijk kon negeren. Wat kon ik doen? Ik stond letterlijk met mijn rug tegen de muur.

Gelukkig vond ik snel een ander fijn plekje tussen de bar en het geluid. Sowieso de beste plek in de zaal. Ik hoorde hier de muziek zoals de geluidstechnicus die ook hoorde, mijn glas hoefde nooit lang leeg te zijn en ik keek recht in het gezicht van de zangeres voor wie ik was gekomen. Ineens vloog de tijd en ik vloog mee. Knap vind ik dat, als een artiest je op de vleugels van haar stem kan meenemen naar mooie uitzichten, prachtige taferelen en goede herinneringen. Veel te snel was het tijd voor het laatste nummer.

Nog één keer liet ik mijn gevoelens de vrije loop. Als een stuiterbal die dan weer door een rauwe uithaal wegsprong, dan weer door een hees gefluister van richting veranderde. Een stuiterbal, die door een lief gezongen refrein rolde om door de Oehs en Aahs van het achtergrondkoortje weer op te springen. De lampen in de zaal gingen aan, maar dit kon gelukkig mijn stemming niet drukken. Tevreden verliet ik het zaaltje en even later fietste ik opgewekt en vol energie met een warm gevoel door de koude nacht naar huis.

Written by thehotstepper

oktober 27, 2012 at 11:14 am

Geplaatst in column, concert, ergernis, muziek

Tagged with , , , , , ,

Wordt vervolgd! (6)

with one comment

Aflevering vijf van het feuilleton , You don’t want to be alone, is een fijne, want Giphart neemt de tijd om uit het verhaal te stappen en zo de mannen van de groep enigszins voor te stellen. Het intermezzo is voor mij een feel-good-verhaal dat zeer herkenbaar is. Hoewel je het nooit van te voren kunt bedenken of bepalen, groeien sommige stapavonden met vrienden uit tot legendarische proporties. Zonder hieraan veel woorden te besteden weet Giphart een beroep te doen op prettige herinneringen die in mijn geheugen zijn opgeslagen en die verwijzen naar vergelijkbare avonden met vergelijkbare vrienden in vergelijkbare poptempels. Over het algemeen vloeit het bier op dat soort avonden rijkelijk, zonder dat iemand daar op het moment last van lijkt te hebben. De volgende dag is een ander verhaal, maar dan is de kater hooguit een bevestiging van een memorabele avond.

In deze aflevering doet Giphart verslag van zo’n avond en vertelt zodoende tussen neus en lippen door de beroepen van Korneel en Kick. Eerstgenoemde is duikinstructeur bij de brandweer en moet als gevolg van de golfslag en het drankgelag twee dagen eerder bij de gedachte aan glühwein over zijn nek. Voilà, de aanleiding voor het intermezzo. Laatstgenoemde is directeur van een platenmaatschappij en had de mannen uitgenodigd voor een concert van Two Door Cinemaclub in de Ancienne Belgique in Brussel.

Dit levert een beeld op van de mannen, hun beroepen en daarvan afgeleid hun auto’s alhoewel het mij nog niet helemaal duidelijk is. Eerder schreef Giphart hierover: ‘Ik kreeg het idee de gezinnen en vooral de mannelijke personages te tekenen aan de hand van hun auto’ In aflevering drie van het feuilleton lazen we dat De Vijf zich verplaatsen in een Renault Espace, een Volvo V70, een Toyota Prius, een Chevrolet Caprice Classic en een Dodge A100.

We weten dat Pim in de Dodge rijdt. De Prius heb ik eerder al aan Rosalie toebedacht, maar ik weet niet of dit klopt. Dat geldt ook voor de V70, die ik bij een dokter vindt passen en die ik dus bij Bram heb bedacht. Blijven de Chevy en de Renault Espace over. Naar aanleiding van aflevering vier speculeerde ik dat de Espace wel van Kick moest zijn omdat hij en Bibi twaalf min zeven, dus wel vijf kinderen moeten hebben. Nu past een Chevrolet Caprice Classic wat mij betreft prima bij een (stoere) brandweerman, maar zou dus ook rock ’n roll genoeg zijn voor een directeur van een platenmaatschappij. Het blijft gissen en is waarschijnlijk voor het verhaal niet eens zo interessant of belangrijk.

Overigens blijkt uit het personogram dat Giphart op de Facebookpagina van het feuilleton plaatste dat Kick en Bibi vier kinderen hebben, net als Pim en Frederique. Ik schreef hierover op dezelfde pagina aan Ronald Giphart , nadat hij onderstaande verbetering op mijn aanraden had doorgevoerd: ‘Haha! Mooi. Nu we toch bezig zijn: In aflevering drie heb je het gezin van Freek en Pim geïntroduceerd: Hidde, Robine en IJsbrand. Geen Annika en ook geen Pelle… Je schreef “Samen hebben ze twee kinderen” (Hidde was eerder al ten tonele gevoerd) ’

Afgelopen week werden we als volgers van het feuilleton door de schrijver getrakteerd op een kijkje in de keuken. Zo postte hij dus het personogram, maar ook een voorlopig tijdschema en een mooie overzichtsfoto van zijn werkkamer, die is gesitueerd in een oud schoolgebouw. Ik ben benieuwd of we deze week een update krijgen? Als ik de feiten uit het verhaal naast het personogram leg, dan is er inmiddels wel wat veranderd in de ideeën die Giphart aanvankelijk had. Zie onderstaande schema van de namen van de mannen en hun beroepen:

  • Kick – directeur platenmaatschappij , volgens personogram duikinstructeur bij brandweer
  • Korneel – duikinstructeur bij brandweer, volgens personogram beleidsmedewerker
  • Bram – volgens het verhaal kinderarts, volgens personogram redacteur
  • Pim – regisseur

En wie zijn Desirée en Henrik, die aan de periferie linksboven en rechtsonder hangen? Gelukkig is het feuilleton nog niet afgelopen, dus dat komen we dan vast nog wel ooit te weten. Terug naar het verhaal.

We leren dus Kick en Korneel kennen en ook Kick sr. en ene Luigi worden om onduidelijke redenen ten tonele gevoerd. Opa Kick gaat mee naar de AB naar aanleiding van een uit de hand gelopen weddenschap en Luigi als studentchauffeur, die de Dodge A100 van Pim zal besturen. Luigi is fan van Two Door Cinemaclub en wordt door opa Kick uitgenodigd om mee naar binnen te gaan. Behalve dat hij groot fan is, beargumenteert opa Kick: ‘Stel je voor dat mij daarbinnen iets overkomt, dan is het goed om een student geneeskunde bij de hand te hebben.’ Geen speld tussen te krijgen, behalve dat Bram arts is, dus hoeft opa zich toch geen zorgen te maken?

Deze week leren we weer een nieuwe term. Helaas niet zo’n mooi woord als wanbof, maar wie het feuilleton en de toelichting in de kolom ernaast leest, weet voortaan wat een golden handcuffs agreement is. Weer wat geleerd!

Eén van de nadelen van een intermezzo of uitstapje is dat er niet echt naar een cliffhanger kan worden toegewerkt. Wat dat betreft heb ik deze week geen theorie hoe het verhaal nu verder gaat. Vorige week speculeerde ik nog op een klein drama of een cliffhanger in de vorm van een geheim wat net niet wordt verteld in aflevering vijf, maar niets is minder waar. Of het moet zijn dat Giphart een verhaal verzint rond het aanstekelijke zinnetje uit What you know van Two Door Cinema Club waarmee hij deze aflevering eindigt en dat hij heeft gebruikt als titel: You don’t want to be alone? In de lyrics van het aanstekelijke nummer zitten trouwens mogelijk meer verwijzingen naar een spannend verhaal. Wat denken van: And I can’t say it’s what you know. But you’ve known it the whole time. Yeah, you’ve known it the whole time. Gaat het om een publiek geheim? Ik ben benieuwd of het nummer random is gekozen, vanwege het vrolijke gitaar rifje, of misschien toch vanwege de teksten. Mogelijk dat we daar in een volgende aflevering antwoord op krijgen.

Eddy

leave a comment »

Het was ik weet niet hoe lang geleden dat ik een concertje had bezocht. Of het met ouderdom te maken heeft, wil ik graag in het midden laten, maar het feit dat ik tegenwoordig concertjes op doordeweekse avonden probeer te vermijden spreekt denk ik boekdelen. Afgelopen donderdag maakte ik met veel plezier een uitzondering.

Terwijl ik om twee over acht mijn jas bij de garderobe afgaf, hoorde ik dat het al was begonnen. Lekker rock ’n roll, dacht ik, maar toch haastte ik me naar binnen. Even leek het al best druk, maar toen ik me door de mensenmassa direct achter de deur had geworsteld, bleek het wel mee te vallen. Voor het podium en aan de andere kant van de zaal waren zeeën van ruimte.

Het mag dan zo zijn dat ik minder regelmatig concertjes bezoek,  maar een oude vos verliest zijn streken niet. In no-time bereikte ik een rustig plekje met goed zicht op het podium en vlak bij de bar. Hoofdschuddend keek ik naar de drukte bij de ingang. Mensen zijn eigenlijk maar sukkels, dacht ik, maar ik schudde de gedachte van me af en besloot te genieten van het optreden.

Even later stond ik met een biertje in mijn handen en keek om mee heen. Achter me stond een slanke man met donker haar en een donkere baard. Hij droeg een zwart t-shirt met v-hals, een zwarte broek met strakke pijpen die in een soort van kisten met losse veters waren gestopt en een glimmend zwart leren jack. Is dat nou overdressed of überstyled, vroeg ik me af. Laat toch, berispte ik mezelf voor mijn kwalijke overdenking.

Op het podium begon Ivo Gleeman aan zijn laatste nummer. Ik zong het mee en kon hem geen ongelijk geven. Vandaag was A Nice Day en even baalde ik van mezelf dat ik daarnet slecht over iemand dacht die hooguit enigszins excentriek gekleed ging. Ik draaide me om, maar de man was verdwenen. De zaal werd echter steeds voller en het was heerlijk mensen kijken.

Even verderop zag ik een man die er uitzag als een oude versie van Barry Hay, maar die waarschijnlijk jaren jonger was dan de bejaarde rocker. Niet ver bij hem vandaan stond een bleek meisje dat ik Komo noemde, omdat ze van die zware wallen onder haar ogen had. Inmiddels was de hoofdact begonnen en na een paar nummers voelde ik een hand op mijn schouder. Ivo!

Ik feliciteerde hem met zijn optreden, we dronken een biertje en praatten wat over muziek. Op het podium was wat verwarring, omdat de zanger even weg moest. Twee bandleden voerden een soort van sketch op om de tijd te doden. Ik staarde naar de toetsenist. Op het podium leek hij noch overdressed, noch überstyled. Toen ik de anekdote aan Ivo vertelde moest hij lachen. ‘Da’s Eddy. Stond hij in het publiek? Gave gast. Tof dat hij naar me kwam kijken.’ Ik lachte als een boer met kiespijn.

De zanger kwam terug en het concert werd hervat. Na elk nummer applaudisseerde ik nu iets harder en iets langer. Voor Eddy.

Written by thehotstepper

oktober 13, 2012 at 6:25 pm

Verstild en toch veelzeggend

leave a comment »

Afgelopen weekend ging ik naar het Nederlands Fotomuseum op de Kop van Zuid in Rotterdam. Tot en met 6 januari is daar een tentoonstelling te zien van het werk van Lewis Hine. Ik vind het een echte aanrader en niet om wat er op de site van het museum te lezen staat over de tentoonstelling, hoewel dat natuurlijk ook een reden zou kunnen zijn:

‘De tentoonstelling is met 170 vintage foto’s uit de periode 1903 tot en met 1937 en 42 documenten het eerste uitgebreide en goed gedocumenteerde overzicht in Nederland en zelfs in Europa. Hine’s gehele oeuvre is te zien, vanaf zijn vroegste portretten van immigranten op Ellis Island tot aan zijn werk in Europa na de Eerste Wereldoorlog. De tentoonstelling Lewis Hine was eind 2011 te zien in Parijs en begin dit jaar in Madrid. Het werk van Hine heeft voor deze internationale reis een preventieve conserveringsbehandeling gehad en wordt minimaal aan het licht blootgesteld. Na de tentoonstelling in het Nederlands Fotomuseum gaat het werk terug naar het George Eastman House in Amerika om de komende jaren te rusten in een donker depot.’

Zelf ging ik eigenlijk niet eens zozeer vanwege het werk van Hine, maar was ik vooral benieuwd naar het project van Rob Sies, Building the Rotterdam – a work in progress. Dit project dat de totstandkoming van het gebouw De Rotterdam, even verderop op de Wilhelminapier in beeld brengt, is geïnspireerd op het bekendste werk van Hine, Men at Work, over de bouw van het Empire State Building in New York. De parallellen zijn makkelijk te trekken, vooral omdat beide fotografen de mens centraal stellen. Om die reden heeft het museum een deel van het project van Sies toegevoegd aan de tentoonstelling. Zeer de moeite waard en om die reden warm aanbevolen, maar achteraf gezien is dit wat mij betreft de echte aanrader:

Terwijl ik de foto’s bekeek en de achtergrond informatie las, rook ik een geur die ik aanvankelijk niet goed kon thuisbrengen. Het deed me sterk denken aan mijn middelbare schooltijd en stencilmachines. (Ik zat een tijdje bij de schoolkrant en in die tijd, midden jaren ’80, verveelvoudigden we onze kopij nog op die manier.) Waarschijnlijk rook ik de inkt van de twee Remington typemachines die in het midden van de tentoonstelling in een ruimte stonden opgesteld waar bezoekers een bericht kunnen achterlaten voor de inmiddels overleden Lewis Hine. Uiteraard ging ik in op de uitnodiging om een boodschap te typen. Het liefst zou ik deze blog op een Remmy typen, maar helaas, het is niet alle dagen feest. Zaterdag dus wel.

Terwijl ik me verbaasde over de sterke inktgeur (de linten waren oud en versleten) typte ik voorzichtig een gedicht. Ik moest heel hard op de toetsen drukken en hoewel de tekst nauwelijks te lezen was, maakten mijn o’s, a’s en e’s soms gaatjes in het papier. Omdat de toetsen niet altijd op voor mij bekende plaatsen zaten, het was geen QWERTY-toetsenbord, vorderde ik maar langzaam. Het maakte de ervaring er niet minder mooi om. Dit is wat ik schreef, ik ben benieuwd of het er nog hangt…

Met een klik werd nu vroeger

Voor altijd verstild in de tijd

En later toch

Veelzeggend

Wordt vervolgd! (5)

with 6 comments

Giphart komt op stoom. In het vierde deel van het feuilleton, De overtocht, maken we in rap tempo kennis met overige leden van de groep, kinderen uitgezonderd. In het eerste deel leerden we de namen van de vrouwen: Sanne, Bibi, Frederique, Klaasje en Rosalie. In deel twee kwam Bram, de man van Sanne kort ter sprake. Ook lazen we dat Rosalie onlangs gescheiden was van Pjotr. Aangenaam en do svidanya, exit Pjotr. In deel drie leerden we vooral Frederique, Pim en hun zoon Hidde kennen, hoewel ook hun twee andere kinderen IJsbrand en Robine worden opgevoerd en ene Kick.

In de overtocht de samenstelling van de groep uiteindelijk compleet gemaakt. Hoewel we inhoudelijk nog niet veel van de mannen weten, weten we nu wie bij wie hoort. Doordat Klaasje namelijk in tranen uitbarst als de boot zich losmaakt van de kade, is een toelichting noodzakelijk en zo leren we Korneel, haar man kennen: ‘Klaasje en Korneel waren het enige stel dat hun kind elders had ondergebracht. Hun dochter Frances was net vier maanden oud en daarmee in hun ogen te jong voor een winterse vakantie aan zee.’ En zo is het lijstje compleet: Bibi en Kick blijven over, dus die zullen ook wel een stel zijn.

  • Sanne en Bram (twee kinderen, namen nog onbekend)
  • Rosalie (gescheiden, twee kinderen, namen nog onbekend)
  • Frederique en Pim (drie kinderen, Hidde, IJsbrand en Robine)
  • Klaasje en Korneel (dochter Frances, maar die is niet mee)
  • Bibi en Kick (twaalf min zeven, dus vijf kinderen? Namen nog onbekend. Oh, en de Espace zal dus wel van hen zijn)

Naast de samenstelling van de gezinnen, leren we veel in deze aflevering, zoals ‘Gemiddeld  brengen mensen, zonder dat zij zich daarvan bewust zijn, zeventig procent van hun tijd door in het gezelschap van lieden van hun eigen sekse.’ Ik heb het niet gefactcheckt, zoals dat sinds kort in goed Nederlands heet, maar het klinkt plausibel. Toch is niet iedereen het hiermee eens, zo schrijft een dame op Facebook: ‘De dames hangen sexestereotyp in de kombuis. Kan passen bij deze soort dames en bij dit verhaal. Je zou ze iets meer aan dek kunnen laten doen en een man of wat benedendeks. (…) Kortom, meneer Giphart, laat de dames meer hun mannetje staan in het verhaal (…)’ Prachtig! Je hebt er zelf om gevraagd, Giph, lezersfeedback en dus zal je het krijgen.

Vorige week stuurde ik de schrijver een mailtje om hem te wijzen op een foutje in zijn verhaal. Het betrof het bouwjaar van de Dodge. Per ommegaande kreeg ik antwoord, waarin hij mij bedankte en me vroeg of hij mij mocht citeren.

Ik gaf toestemming. Waarom niet, tenslotte? En zo geschiedde, in de opmerkingenkolom staat te lezen onder het kopje Oeps: ‘Naar aanleiding van mijn de bijdrage van vorige week kreeg ik een mail van Theo Stepper: Omdat ik de Dodge A100 niet kende heb ik via Google een plaatje en wat gegevens opgezocht. Jij schrijft ‘(…) en in de mooi gerestaureerde Dodge A100 uit 1973 (…)’, maar het model blijkt te zijn gemaakt tussen 1964 en 1970. Mogelijk kan je hier wat mee.’

Factchecking… Onbedoeld doe ik mee aan de hype. Wellicht is het onontkoombaar als je nauwgezet een schrijfproces volgt, maar ook deze keer vond ik weer een inconsistentie. In aflevering drie schreef Giphart: ‘Hidde was als 15-jarige de oudste van de twaalf kinderen die op Vlieland Oud & Nieuw gingen vieren.’ Op basis daarvan kwam ik tot de rekensom dat Bibi en Kick dus wel vijf kinderen moeten hebben. In aflevering vier schrijft hij echter: ‘Drie van de dertien kinderen waren in slaap gevallen.’ Wat mij betreft illustreert dit prachtig hoe lastig het is om een consistent verhaal te schrijven. Hoewel het er voor het verhaal in dit geval waarschijnlijk weinig toe doet, (kwalijker zou zijn als Agatha Christie zich had verteld in Tien kleine negertjes…) is het op zijn minst slordig. Zou het komen doordat de schrijver niet kan doorgaan, maar bewust in delen schrijft?

Het voordeel van een deel per week is dat je als lezer de tijd krijgt om mee te denken. Zo bedacht ik: Nou, nou. Die vrouwen gaan na drieëneenhalf uur glühwein drinken dus wadlopen? Ik hoop dat de mannen niet alleen de kinderen, maar ook de vrouwen een beetje in de gaten houden. Wordt hier naar een klein drama toegewerkt? Voor het verhaal is het ook functioneel als de mannen de kinderen in de gaten houden. Immers, de vrouwen, daar draait het om. Daar is het mee begonnen, zij zijn de harde kern. Ik stel me voor dat in aflevering vijf twee vrouwen een beetje achterblijven en dat dan één van hen de ander een geheim vertelt. Meteen een mooie cliffhanger.

Maar vooralsnog moeten we het doen met deel vier en dat is geen straf. Zo komt er weer een mooi nieuw woord in voor. Eerder lichtte Giphart al toe dat hij geregeld woorden opschrijft in de hoop deze ooit te kunnen gebruiken. Deze keer gebruikte hij bubbuvuddu, een ‘neologisme, geïnspireerd door het woord ludduvuddu, volgens Van Dale een informeel eufemisme voor liefdesverdriet.’ Verder merkt Giphart op dat ‘als Van Dale per se wil mag ‘bubbuvuddu’ ook worden opgenomen in de woordenlijst.’ Haha, mooi!

Minder fraai is dat de schrijver vorige week aankondigde dat hij de keuze voor het gebruik van de verleden tijd zou toelichten op Facebook. Niets van gezien, jammer. Ook gaf hij aan dat het gebruik van de verleden tijd niet definitief is. Toch verandert dit in aflevering vier nog niet en ik kijk hier echt naar uit. Volgens mij leest dat uiteindelijk actiever en dus prettiger, maar vooral hoop ik te leren hoe je dat doet, zo’n overgang. Afijn, het wachten is op de volgende aflevering. Mogelijk krijg ik dan bevestiging van mijn vermoeden en antwoord op mijn vraag.

Written by thehotstepper

oktober 7, 2012 at 8:33 am

Sleur

leave a comment »

 

Written by thehotstepper

oktober 6, 2012 at 6:45 pm

Geplaatst in gedachte, spreuk, tegeltje

Tagged with ,

Het kan altijd erger

with one comment

Ik heb hier zo géén zin in, dacht ik toen ik vanmorgen even na zeven de regen instapte, de deur achter mij dicht sloeg en naar mijn fiets liep. Nog voor ik mijn fietsslot open had was ik bedekt met een film van fijne waterdruppels. Terwijl ik opstapte ging het een weinig harder regenen en toen ik aan het einde van de straat was plakte mijn broek aan mijn benen. Mopperend sloeg ik af richting de brug en onderwijl zigzaggend de diepste plassen ontwijkend, verzonk ik dieper in gedachten.

Eenmaal het hoogste punt gepasseerd, roetsjte ik naar beneden. Het kan altijd erger, dacht ik: Er staat nauwelijks wind, het is rustig op de weg, mijn sokken zijn droog, het is niet koud, het zou ook kunnen sneeuwen of je zou in een ziekenhuisbed kunnen liggen… Omringd door apparaten die je monitoren. Af en toe een dokter aan je bed, die niet weet wat je mankeert. Een dokter die zegt: ‘Het ziet er niet goed uit. Je waarden zijn te hoog, maar de oorzaak kennen we niet. Nee, de diagnose is niet best, maar we weten niet of we je kunnen behandelen.’

Even verderop was het fietspad afgezet. Het rood/witte lint deinde zachtjes op en neer. Ik remde bruusk en sloeg af. Wanneer de weg ophoudt, verander. Na verandering kan je verder. Ik glimlach om I Tjing. Was het altijd maar zo eenvoudig. Terwijl ik over het verlaten marktplein zoefde, begon Tinseltown in the rain op mijn iPod. Mijn benen bewogen machinaal (…here we are, caught up in this big rhythm, Tinseltown in the rain…) en ik voelde ze niet. Ook de regen leek naar de achtergrond verdwenen. Ik glimlachte en voelde me meer levend dan ooit.

Toen ik bijna bij het station was begon The drugs don’t work. De tekst greep me naar mijn strot. Het kan tenslotte altijd erger en ik begon zachtjes te huilen. (all this talk of getting old, it’s getting me down my love… now the drugs don’t work, they just make you worse but I know I’ll see your face again…) Regen en tranen vochten om voorrang op mijn wangen. Het nummer ging naadloos over in Streets of Philadelphia, knap gedaan, maar ik denk aan die kleine in dat veel te grote ziekenhuisbed. (at night I could hear the blood in my veins, just as black and whispering as the rain…)

Terwijl ik mijn fiets op slot zette wonnen de tranen het van de regen. Ik liet ze de vrije loop. Het was druk op het station, maar de mensen hadden haast en zagen het verschil niet tussen neerslag en verdriet.

Written by thehotstepper

oktober 4, 2012 at 3:39 pm