Hier loop ik warm van

The Hotstepper goes Dutch

Archive for maart 2013

Chat Noir

with one comment

‘Don’t judge a book by its cover. Ik vind het een prachtige Engelse uitspraak die ons leert dat het om de inhoud gaat, niet om de buitenkant De meeste mensen die ik ken zullen grif bekennen dat ze het van harte eens zijn met dit gezegde. Toch worden er jaarlijks miljoenen, zo niet miljarden – wereldwijd dan toch –  uitgegeven aan marketing en reclame. Onder het mom van ‘Het oog wil ook wat’ verdienen (grafisch) ontwerpers een goed belegde boterham door ervoor te zorgen dat het ene product in het oog springt en dat de consument niet kiest voor dat andere product.

Normaal sta ik er niet zo bij stil, maar ik geloof dat ik toch ook gevoelig ben voor de verlokkingen van de buitenkant. We hebben een huisje gehuurd in de Ardennen. Het ziet er keurig uit, maar de frigo en de proviandkasten moesten nog wel worden gevuld. Op naar de supermarkt dus. We passeerden een Aldi en lieten de Lidl links liggen, die supermarkten hebben we in Nederland ook, en parkeerden op de parking van een Delhaize. Het logo van deze supermarkt is een gestileerde witte leeuw in een rood vierkant. Nederlanders schijnen iets met leeuwen te hebben, dus mogelijk stopte ik daarom hier, maar het kan ook dat het gewoon de eerste Belgische supermarkt was die we tegenkwamen.

In België koopt men Belgische waren in Belgische winkels, dacht ik toen ik een euro in de daarvoor bedoelde gleuf van het winkelkarretje schoof. Bij de vleeswaren bleek het niet moeilijk om mij aan dit motto te houden. Ik legde Pain d’Ardenne, Filet d’Anvers en Paté de Chimay in het wagentje. Kaas was er ook van laatstgenoemde klooster. Hup, een stukje Vieux de Bruges en, vooruit, bij wijze van uitzondering een blok Maroilles en een rondje Chaource van grote buur Frankrijk erbij. Ook bij de bieren was het niet lastig om ons aan het motto te houden. Kiezen was minder eenvoudig, maar daar wil ik niet over zeuren.

Bij de koffie leek het bijna fout te gaan. Douwe Egberts, Nescafé en Senseo waren zwaar oververtegenwoordigd. Bijna had ik een pak Eigen Merk van Delhaize gepakt, maar toen viel mijn oog op een rode verpakking met daarop een zwarte kat die een kopje koffie drinkt. Chat Noir depuis 1804. Het plaatje deed me denken aan Havank, de productinformatie aan Magritte: ‘Ceci n’est pas un café comme les autres, c’est Chat Noir. (…) Chat Noir. Le café avec son propre caractère.’

Bij thuiskomst bleek dat de merknaam aan de andere kant in het Nederlands stond. Zwarte Kat Sinds 1804. Ik vroeg me af of ik de koffie ook zou hebben gekozen als het met de Nederlandse tekst naar voren had gestaan. Ik geloof van wel, want de tekening van de zwarte kat die, de staart omhoog in een fraaie krul en de ogen licht toegeknepen als spint ze van genot, geniet van een kopje koffie, is erg aanlokkelijk. Dat hebben de die marketingjongens en – meisjes van Sara Lee verdomd knap gedaan.

Written by thehotstepper

maart 31, 2013 at 9:26 am

Dagdromen

with 2 comments

‘Ik ben benieuwd of ze hier een kroeg hebben’, mompelde ik toen ik onze auto de straat in stuurde waar het door ons gehuurde vakantiehuis, een gîte rural, stond. We waren aangekomen in My, een gehucht in de Ardennen, dat administratief bij Ferrières, een iets groter plaatsje, hoort. Even daarvoor waren we door TomTom gemaand om de N-weg te verlaten en linksaf te slaan naar een geasfalteerd karrenspoor. We reden langs een koeienstal, een mestkuil en een door een natuurstenen muurtje omzoomde begraafplaats. Even verderop zagen we een bescheiden kerktoren. ‘Daar zal het zijn,’ zei mijn vrouw. Ze kreeg gelijk. Onze gîte stond naast de kerk.

De klok liet juist vier trage slagen galmen toen ik de auto parkeerde op de oprit en de motor afzette. Vier uur. We stapten uit, strekten onze benen en rechtten onze ruggen. We keken om ons heen. Het huis stond aan een kruising aan de rand van het dorp op de grens van een 30km-zone. Links de weg die wij gekomen waren, langs de pastorie. Rechts een weg die tussen de weilanden door met een flauwe bocht naar de horizon liep. Groene weiden onder een dik grijs wolkendek. Langs het huisje liep een andere weg het dorp in. Ik ging met mijn rug naar de bebouwing staan en zag op nog geen honderd meter een bierreclame van Jupiler aan een golfplaten gebouwtje. ‘Zo te zien hoef je niet ver voor een biertje’, zei mijn vrouw, die mijn blik volgde. Ik grimlachte.

In mijn verbeelding zag ik opgeschoten jongens en meisjes op brommers, motoren en semi-sportieve auto’s die zo kenmerkend zijn voor jeugd die net hun rijbewijs heeft, naar het huisje komen. Ik hoorde in gedachten de zware house- en technobeat tot diep in de nacht. De klokken van de kerk kwamen er niet bovenuit.

In hoekje van de parking stond een jongen te urineren. Even verderop ging een ander over zijn nek. Tegen de muur van een naastgelegen schuur stond een stelletje heftig te zoenen. Hij had zijn hand in haar broek en zij had haar handen rond zijn billen. De jongen opende zijn ogen en keek mij over haar schouder recht in mijn gezicht. Er volgde een stroom Franse woorden die ik niet verstond, maar die mijn kant op werden geschreeuwd. De jongen maakte zich los uit de omhelzing en kwam dreigend op mij af. Hij werd gevolgd door zijn kameraden, een angry young mob, met rieken en fakkels. Ik kon de warmte van het vuur al voelen op mijn gezicht.

‘Sta je te dagdromen?’, vroeg mijn vrouw, die naast mij was komen staan en haar hand op mijn arm legde . Ze had onze drie maanden oude zoon uit zijn Maxi-Cosi gehaald en droeg hem dicht tegen zich aan. ‘Kijk, de zon breekt door.’ We genoten van de ijle warmte op ons gezicht. Ik glimlachte en gaf mijn vrouw en kind elk een kus en zei: ‘Papa wordt oud.’

Written by thehotstepper

maart 30, 2013 at 8:48 am

Geplaatst in column, meneertje, reizen

Tagged with , , , , ,

Wordt Vervolgd! (26)

with one comment

Bij het schrijven van de vorige aflevering nam Ronald Giphart zich voor dat deze zich in restaurant Het Posthuys zou afspelen. Hij strandde halverwege de weg ernaartoe met de mannen, die na een ouderwetse fietsrace lagen uit te hijgen in de sneeuw. In Aflevering 26, Roddels, ligt de focus weer bij de vrouwen, die inmiddels, jawel, zijn aangekomen bij Het Posthuys.  Aflevering 26 begint met een korte beschrijving: ‘In de verte zagen de vrouwen het besneeuwde oude Posthuys, een gebouw dat tot 1927 dienst deed om zeebrieven te versturen tussen scheepsbemanningen en handelaren in Amsterdam. Inmiddels is er in het pand een restaurant gevestigd: het verstgelegen baken van beschaving op het eiland.’

Ver gelegen of niet, de dames zijn niet de enige die het hebben weten te vinden. Niet alleen de kinderen zijn hen voorgegaan. (Wat zijn die zelfstandig, trouwens! Bij binnenkomst van De Vijf zaten ze reeds aan de voor hen door Pim gereserveerde tafel en ‘tekenden, lazen tijdschriften en speelden computerspelletjes.’ Doe mij ook zo’n stel koters…)

Aangekomen bij het Posthuys zagen ze, tot hun teleurstelling, bij de ingang tientallen huurfietsen van andere toeristen (…) In het restaurant zaten veel groepen en bezoekers die het gezelschap ’s ochtends had gezien bij het ontbijtbuffet. De vijf vrouwen trokken bekijks van mannen in het restaurant, en nog veel meer van andere vrouwen. Over en weer werden dezelfde kijkgevechten gevoerd als eerder die ochtend: dus dit waren de lieden met wie men later in de avond Oud en Nieuw zou vieren?

Silvijn is niet meegegaan naar binnen. Hij heeft zich, ondanks aandringen van Rosalie en Sanne, uit de voeten gemaakt met een laffe smoes. Het geeft de dames een goed excuus om over hem te roddelen. (verklaring van de titel) Overigens is hij niet de enige die over de tong gaat, want als Bibi zogenaamd even naar het toilet gaat om Silvijn te bellen, is zij de volgende die aan de beurt is. ‘Het knappe aan Giphart is, dat hij zo goed weet te verwoorden hoe vrouwen denken en praten.’ Voorgaande zin staat tussen aanhalingstekens, want ik citeer hier een goede vriendin, die alles behalve De Voorzitter, ‘dat kan ik niet lezen, da’s voor mannen’, van onze auteur in huis heeft. Met de dialogen van Aflevering 26 vind ik dat Giphart haar gelijk vakkundig bewijst:

Zodra Bibi uit het zicht was verdwenen, had Rosalie aan niemand in het bijzonder gevraagd: ‘Wat is dat nou met die Silvijn? Wat is het verhaal van die kerel?’
‘Doet ze het nou nog steeds met hem?’ vroeg Sanne luchtig, ook aan niemand in het bijzonder. (…)
‘Ja, ze heeft toch nog steeds iets met hem? Dit lijkt echt meer dan een uit de hand gelopen WhatsApp-flirt…’
Alle ogen waren nu gericht op Frederique, die altijd het best op de hoogte was van de wederwaardigheden van haar vriendinnen. Toch was het Rosalie die zei: ‘Het lijkt me duidelijk.’
‘Wat?’ zei Sanne.
‘Die man is verliefd op haar. Helemaal hoteldebotel.’
Sanne gebaarde dat ze dat niet begreep. (…)
Op dat moment kwam Bibi terug uit het toilet.
‘Gaat het over mij?’ vroeg ze zangerig, vanaf een afstandje.
Even werd er gezwegen.
‘Niet alles gaat altijd over jou, Bibi,’ zei Rosalie, in de hoop dat er een grappige ondertoon in haar woorden lag.

Geweldige schets van hoe zo’n gesprek kan gaan. Schijnbaar oppervlakkig, maar je hoort de radertjes in de gedachten van de dames bijna draaien. Frederique geeft, heel verstandig, niet thuis en voilà, er is iemand die gretig gebruik maakt van de stilte die dreigt te vallen. En vragen naar de bekende weg natuurlijk: ‘Doet ze het nou nog steeds met hem?’ ‘Ja, ze heeft toch nog steeds iets met hem?’ ‘Het lijkt me duidelijk.’ ‘Wat?’ Alsof geen van de aanwezigen als eerste wil zeggen, wat iedereen al lang denkt. Prachtig!

Wie ondertussen wacht op de min of meer beloofde onthulling van wie-o-wie toch in Aflevering 15 achter Kick is aangeslopen de slaapzaal uit, komt van een koude kermis thuis. We hebben het eerder meegemaakt dat Giphart een vraag stelt en vervolgens niets met de resultaten doet. Ik verwacht dat het ook niet de laatste keer zal zijn… Op maandag 18 maart vroeg hij de trouwe volgers op de Facebookpagina van het feuilleton om hulp: ‘Vraag! In Aflevering 15 vertrekt Kick plotseling ’s nachts uit zijn stapelbed. Hij wordt gevolgd door iemand anders uit het gezelschap. Wie zou dit kunnen zijn en waarom?’

Mogelijk hebben de reacties hem verward. In de kantlijn van het feuilleton is te lezen onder het kopje Kapot-herschrijven:

Afgelopen maandag en dinsdag noteerde ik drie motieven die ik in deze bijdrage een rol wilde laten spelen: ‘posthuys’, ‘roddels’ en ‘bange mannen’. Ik schreef een schets en daarna begon het proces van herschrijven en herschrijven. (…) Nu bestaat er een schrijfwet die stelt: ‘Hoe harder je schaaft, hoe groter de kans dat je uiteindelijk alles weggooit.’ Je kunt een tekst ook kapot-herschrijven. (…) Er zat maar één ding op: woensdagnacht na mijn optreden (…) een andere invalshoek voor deze aflevering uitwerken, met de deadline van donderdagochtend in het verschiet.

Dapper. Hij kondigde het al aan op de Facebookpagina van het Feuilleton: ‘Daarom ben ik net begonnen aan een tweede poging, in de wetenschap dat ik vannacht – na mijn optreden met Nico Dijkshoorn en The Hank Five – aan de bak zal moeten (…)’ Diverse fans moedigden de schrijver aan.

‘Een witte pagina is vaak een goed begin.’ (Tim Notten)
‘jaaaa, komt eindelijk dat geheime dagboekje ter tafel’ (Elly Claassen)
‘Ik verheug me op de volgende aflevering. Ben benieuwd of je de uitslag van de poll als leidraad neemt of toch iets anders kiest… Succes met schrijven. Leve de kracht van de tabula rasa!’ (yours truly)
‘Veel plezier vannacht met schrijven.’(Wilma Hofman)
‘Als dat solipsisme stand houdt dan zal ik jou mij jou maar succes laten wensen.’ (Erik Helleman)
Tenslotte deed ook Marjan Keuter een duit in het zakje en kreeg uiteindelijk gelijk:
‘Als het goed is schuift Ronald de uitslag van de poll terzijde , Theo, en komt er een heel nieuwe wending, opdat we in beweging blijven.’

Aflevering 26 is, al dan niet ingegeven doordat de schrijver de deadline wel heel dichtbij heeft laten komen,  weer een typische pas op de plaats, een intermezzo. De cliffhanger(s) uit de voorgaande aflevering komen nog niet aan bod. Er wordt een telefoongesprek gevoerd tussen Bibi en Silvijn, maar wat er wordt gezegd, dat komen we (nog) niet te weten. Eigenlijk het leren we weinig nieuws, (Bibi is not amused met Silvijn: ‘Ik bel niet omdat ik zo graag je stem wil horen.’) of het moet zijn dat Sanne ook een aanbidder heeft, maar dat lijkt voor de loop van het verhaal verder niet zo spannend. Nee, het wachten is op de mannen (bange mannen) en de jongens, Hidde, Roel en Yf met hun onthullende videomateriaal. Eigenlijk heeft Giphart gelijk ook dat hij zijn ijzersterke cliffhangers nog even als hete hangijzers*) in het vuur laat. Op naar Aflevering 27. Lang leve het vervolg!

*) bewuste contaminatie

Written by thehotstepper

maart 26, 2013 at 1:33 pm

Wereldbeeld

leave a comment »

Toen ik nog een kleine jongen was, leek de wereld een stuk groter. Eerst woonden we in een flat en konden we heel ver kijken. Voor het slapen gaan wilde ik altijd eerst nog even de paddenstoellampjes zien. Vooral in de zomer moet ik mijn ouders tot wanhoop hebben gebracht, want de cirkelvormige verlichting op palen die hoog boven de op- en afritten van de Van Brienenoordbrug uitrees, gingen natuurlijk pas aan als het donker werd.

Toen ik drie werd verhuisden we, maar we bleven in hetzelfde buurtje in Bolnes wonen. Hemelsbreed zal het niet meer dan 200 meter zijn geweest, maar voor mij ging er een nieuwe wereld open. In plaats van te spelen op een galerij, kon dat voortaan gewoon in de tuin of in de doodlopende straat voor ons huis. We speelden er busje trap en tikkertje, knikkerden en sprongen touwtje, cowboytje en annemariaaaaaaaaa-koekoek.

Ik herinner me de winter van 1978/79, toen het zo hard vroor, dat we op de parkeerplaats onze privé ijsbaan hadden. De straat hadden we afgesloten met twee grote sneeuwballen, die door onze ouders ’s avonds en ’s ochtends goedmoedig werden weggerold als ze van en naar hun werk gingen. Sneeuwschuivers en strooiauto’s kwamen er in ons stukje van het universum niet in.

Tegenwoordig kom ik nog slechts twee keer per jaar in het wijkje dat vroeger mijn kosmos was. Alleen wanneer ik naar de tandarts ga. Hoewel ik vaak maar weinig tijd heb, rij ik altijd even via een omweg terug naar de snelweg. De omweg is ook maar kort. De straten waardoor ik vroeger op mijn fietsje eindeloos toerde zijn bij nader inzien niet zo lang.

Je had er de Gouwestraat, de Lingestraat (daar woonden wij) en de Vechtstraat. Even verderop was de Slingehof, maar die noemden we slingerhof. Dat was net een doolhof en iemand was vast de letter R vergeten op het straatnaambord. De Gouwestraat, dat waren koophuizen. Bij ons was huur. De Vechtstraat, daar kwam ik liever niet, want ik hield niet van vechten, maar soms moest ik een boodschap doen voor mijn moeder.

Laatst had ik wat meer tijd en maakte een wandeling door het wijkje. Van de Lekstraat wandelde ik naar de Gouwestraat. Ik passeerde de IJsselstraat en voor ik het wist stond ik in de Merwedestraat. Ik sloeg links af en toen rechts tussen een garage en een heg een brandgang in. Achterom bereikte ik de Lingestraat. Even later stond ik voor onze vroegere woning. Wat was ze klein!

Ik draaide me om en keek naar de overkant van de straat. Daar woonde de familie B. Die hadden twee zonen. Bij de jongste zat ik in de klas. De oudste is omgekomen bij een auto ongeluk Dat gebeurde rond lunchtijd, eind jaren 90. Inmiddels was ik begin 20, en ik herinner het me goed. Ik zat toen met collega’s te lunchen in de kantine van het postsorteercentrum, waar we goed uitzicht hadden op de file op het Terbregseplein.

We maakten grapjes over stilgevallen colonne. De zon scheen uitbundig, het was al dagen prachtig weer. Het voelde goed om binnen, in de koelte aan het werk te zijn. Na de politieauto’s, brandweer en ambulance met sirenes passeerde na een tijdje zonder de stilte te doorbreken een gitzwarte Cadillac Fleetwood lijkwagen over de vluchtstrook. Even werd het een paar graden koeler in de kantine. Toen mijn moeder mij een paar dagen later vertelde wie er was overleden en waar, stond het kippenvel opnieuw op mijn armen. Wat een klein wereldje toch, dacht ik.

Aan de overkant bewoog een gordijn. Ik huiverde. Was het de herinnering? Terwijl ik terug liep naar mijn auto moest ik denken aan een spreuk die ik ooit eens ergens heb gelezen: Wanneer je vreugde of smart groot wordt, wordt de wereld klein. Hoofdschuddend liep ik verder. Met mijn kraag omhoog, mijn ogen gericht op de tegels van de stoep en mijn handen diep in mijn zakken liet ik de wereld van mijn jeugd achter mij en dacht aan mijn leven van nu, aan mijn vrouw en mijn zoon en aan wat ik vanavond eens zal koken.

 

Bankrun

leave a comment »

‘De Eu hoort er te zijn voor de mensen, niet voor de banken’, werd gisteren opgetekend door journalisten uit de mond van een Cypriotische demonstrant. Mee eens. Zo vind ik ook dat banken er moeten zijn voor mensen in plaats van andersom. Banken zijn er, omdat er mensen zijn. Mensen zijn er dus niet voor de banken. Als dit zo is, dan betekent dit dat mensen, rekeninghouders, klanten zijn. Klanten, die als zodanig behandeld dienen te worden.

Ondertussen lees ik dat in steeds meer kleine (klein, wat is klein?) dorpen de pinautomaat verdwijnt. De banken vinden chartaal geld maar lastig en heffen ongeacht wat hun klanten willen geldautomaten op. Sorry hoor, banken! Dit kan dus niet. Geld is jullie core business. Het is je bestaansrecht. Je doet het er maar mee. Hebben wij niet onlangs meerdere systeembanken gered met ‘ons’ belastinggeld? Ik mag hopen dat deze banken niet meedoen aan deze belachelijke trend, maar ik durf er mijn hand niet voor in het vuur te steken.

Ik kan er met mijn pet niet bij. Dat banken niet van geld houden? Kunnen ze er echt niet meer tegen? Ik zou met liefde mijn geld bij ze weghalen, maar de tijd van de bruine enveloppe is voorbij. Heb je me goed gehoord? Ik, de klant, haal met liefde geld bij je weg. Het kost me nu per saldo meer om het bij je te stallen, dan dat het me oplevert. Met die arrogante houding van je kost het me bovenal ergernis, een emotie die niet of nauwelijks in geld is uit te drukken, maar die het geïndexeerd aan de beurs niet gek zou doen.

En dat brengt me weer bij de Cypriotische protestant, die zei dat de EU er voor de mensen hoort te zijn. Wanneer regelt de EU een bank die voor giraal en chartaal bankverkeer van haar ingezetenen kan zorgen? Een bank waar ik kosteloos mijn geld kan laten storten door mijn werkgever? Een bank die kosteloos mijn transacties voor mij faciliteert? Een bank waar ik kosteloos mijn geld kan beheren? Me dunkt dat als er een federale bank wordt opgericht, waar het geld van een kleine miljard inwoners wordt beheerd, dit voldoende rente moet opleveren om de administratie kosteloos te regelen. Daar kunnen heel wat federale pinautomaten van worden geplaatst. Pinnen doen we graag met een paspoort of ID-kaart, want daar hebben we toch al voor betaald.

Laat vervolgens de zogenaamde commerciële banken maar met mooie spaarproducten komen. Tegen mooie rentes. Laat ze maar een beetje moeite doen om aan geld te komen. Misschien gaan ze dan geld weer meer waarderen. Gaan ze er meer op letten (bonussen) en gaan ze weer snappen dat hun bestaansrecht gebaseerd is op geld. Geld, waarover de klant graag in al zijn verschijningsvormen wil kunnen beschikken.

Alhoewel… Over dat laatste hoeven ze zich dan geen zorgen meer te maken.

Written by thehotstepper

maart 21, 2013 at 9:25 am

Geplaatst in column, ergernis, politiek

Tagged with , , , , ,

Kater

leave a comment »

Via Facebook word ik op de hoogte gehouden van het wel en wee van mijn vrienden. Zo had gisterenavond een van hen zich rond zeven uur ingecheckt in een horecagelegenheid om de hoek van zijn werk: with X and 11 others at Eetcafé Y. Vanmorgen verscheen rond een uur of negen een nieuwe, korte status update: ‘au.’
Het inspireerde mij tot onderstaande tegeltje, waarvoor dank. Je weet wie je bent!

Kater

Written by thehotstepper

maart 20, 2013 at 10:22 am

Geplaatst in tegeltje

Tagged with , , ,

Oud maar niet van gisteren

leave a comment »

De haiku is een vingerhoed vol emotie, waarin weinig ruimte is voor ontledingen en benaderende omschrijvingen. De Warmloper scant dagelijks de krant*)op zoek naar haiku-achtige koppen of quotes. Hij laat zich leiden door de woorden en tracht alleen de haiku te zien. Foto’s worden wazig, teksten gaan op grijs, tot daar die twaalf- tot zeventienlettergrepige tekst overblijft, die ontdaan van alle ballast zich openbaart tot ogenblikervaring.

Het oude ambacht
is niet meer
van gisteren

Lees, bewonder en laat u inspireren. Verwonder en laat vooral uw gedachten de vrije loop. Mocht u een mooie interpretatie willen delen, dan staat mijn inbox van harte voor u open.

*) de Volkskrant, tenzij een andere bron is vermeld

Written by thehotstepper

maart 19, 2013 at 2:23 pm

Geplaatst in kophaiku

Tagged with ,

Hoogmoed en hoogbouw

with one comment

Wie in Rotterdam woont kan er niet omheen. Bouwputten. De meest prestigieuze projecten zijn omzoomd met een schutting met daarop de bombastische tekst Hoor hier bonkt het nieuwe hart van Rotterdam. De stad als veelkoppig monster met evenzoveel harten. Ik snap die vernieuwingsdrift wel, maar heb er soms ook moeite mee. De drang naar verjonging lijkt manisch compulsief. Rotterdam is eerder nostalgisch naar de toekomst dan naar het verleden. Vernieuwing kent vele vormen. Zo is in dit kader naast verjonging, nieuwbouw, ook restauratie mogelijk.

Zelf woon ik – in Rotterdam – in een nieuwbouwhuis, dat is opgetrokken achter de bestaande gevel van een historische kadewoning. Vanaf de straat zien de woningen er precies hetzelfde uit als vroeger. Zelfs de kogelgaten uit de Tweede Wereldoorlog in de gevel van één van mijn buren zijn bewaard gebleven. De technische kwaliteit is van de huizen is echter gelijk aan nieuwbouw.Ik betoog dan ook niet dat vroeger alles beter was. Maar de identiteit van een stad wordt niet gemaakt door het creëren van landmark gebouwen. Juist eventuele ongemakken van een organisch gegroeide stad geven haar charme. Ze geven haar gelaagdheid en diepgang, die onmogelijk planmatig kan worden bereikt.

De bestuurders van Rotterdam hebben iets met hoogbouw. Aan het einde van de negentiende eeuw werd het Witte Huis gebouwd. Het was destijds het hoogste gebouw van Europa. In de jaren 30 werd de flat aan het Ungerplein gebouwd. Het met gele bakstenen afgewerkte gebouw gold als blikvanger voor de toegangsroute naar de Coolsingel. Tegenwoordig zijn Rotterdamse gebouwen niet alleen hoger, maar ook minder traditioneel van vorm.

Door het venster op de stad, de glazen pui van het nieuwe Centraal, heeft men een goed zicht op het project Calypso Met zijn grillige vormen en kleurrijke gevel is het een opvallend gebouw dat net als de stad continu in beweging lijkt. Het ziet er vrolijk uit, maar schijn bedriegt, want het project wordt sinds de bouw reeds bedreigd met leegstand. Hetzelfde kan niet worden gezegd van die andere kolos die even verderop verrijst, Rem Koolhaas’ De Rotterdam op de Kop van Zuid. Wederom gaat Rotterdam voor de eerste plaats. Deze keer niet het hoogste gebouw van Europa, maar wel het grootste. Toch is ook hier iets raars aan de hand, want ‘De Verticale stad’, zoals het gebouw ook wordt genoemd zou juist elders in de stad voor leegstand zorgen.

Een veelkoppig monster moet worden gevoed. Offers zijn nodig om het beest tevreden te houden. Het is logisch dat beleidsmakers aan lange termijn denken doen. Ze moeten echter ook zorgen voor leefbaarheid in het heden. Vernieuwbouw en renovatie van bestaande gebouwen is misschien minder chic dan ultieme vernieuwing, maar geld- en vierkante meters verslindende prestigeprojecten waarvoor we de rekening doorschuiven naar later zijn ook weinig verfijnd. Nostalgie naar de toekomst getuigt niet van visie als zij ons niet in staat stelt om in het heden te leven.

Wordt Vervolgd! (25)

with 4 comments

Dinsdag 12 maart verscheen er een bericht op de Facebookpagina van de het Feuilleton:

‘Vanavond en vannacht zal ik mij storten op #25, die zich zal afspelen in restaurant Het Posthuys. Waarover later meer. http://www.posthuysvlieland.nl/

Fijn, researchmateriaal, dacht ik en ik opende de site van het Posthuys via de bijgeleverde link. Iets zegt me dat ik vast niet de enige was en dat de webpagina van het Vlielandse restaurant de afgelopen dagen druk is bezocht. De webchef van posthuysvlieland.nl zal niet hebben geweten wat hem overkwam toen hij zijn statistieken bekeek. Grappig, want in tegenstelling tot de mededeling dat Aflevering 25 zich zal afspelen in het restaurant, stranden we halverwege, op de fietstocht ernaartoe.

Is dat erg? Nee, dat is niet erg, want Aflevering 25 leest als een trein en is behalve onderhoudend en informatief, ook zwanger van naderend onheil, doordat sommige geheimen niet zo geheim meer zijn als ze zouden moeten zijn en Bibi niet de enige blijkt met verborgenheden. Zo leren we het een en ander over Kick en ondertussen wordt subtiel duidelijk, dat Silvijn door de mannen weliswaar wordt gedoogd, maar dat ze hem kunnen missen als kiespijn.

Kortom, de teerling is geworpen. Nog een paar uur tot Oud en Nieuw. Nog een paar uur tot één van de meest emotionele momenten van het jaar en het lont naar het spreekwoordelijke vuurwerk is reeds ontstoken. Toch wil ik eerst nog even terug naar het schrijfproces en de voortgang, waar Ronald Giphart ons van op de hoogte houdt. Op woensdag 13 maart schreef hij:

‘Update. Ik zit nu in de kleedkamer van Theater De Meenth in Steenwijk te schrijven. Vanavond heb ik hier een optreden met Nico Dijkshoorn en The Hank Five. Ondanks de hoop dat ik mijn feuilleton al af zou hebben, ben ik nog maar halverwege. Om 17.00 uur begint de soundcheck dus ik heb nog 3 uur voor ongeveer 600 woorden. Tip van de sluier: het perspectief ligt deze aflevering weer eens bij de mannen.’

Schrijvers en deadlines. Het is volgens mij een no-no-combinatie. Opvallend is dat hij schrijft dat hij halverwege is. Vandaar dat ze het restaurant niet hebben bereikt, dacht ik even, maar zo werkt dat natuurlijk niet. Ondertussen vind ik het knap dat Giphart in staat was om zo’n goede aflevering te schrijven, tussen de bedrijven door. Hoe gaat dat dan in zo’n kleedkamer? Kan de deur op slot? Kwam Dijkshoorn later, of zat die in de tegenovergestelde hoek tegen zijn eigen deadline aan te hikken en met zijn vulpen in een Moleskine te krassen?

Ondertussen verkeerde ik nog steeds in de veronderstelling dat het verhaal zich in het restaurant zou afspelen en gaf de auteur een wenk, in de hoop dat hij op die manier snel zijn verhaal kon afmaken: ‘Misschien kan je practical Joker Pim (verwijzing naar het personogram) een geintje uit laten halen? Dat ie Silvijn voor lul zet of zo, dan kan je daar volgende week mee verder…’ Maar Giphart heeft geen schrijfadviezen nodig, zo blijkt, want hij schrijft doodleuk een heel ander verhaal. En zo hoort het!

Even na middernacht volgt opnieuw een update:

’Update 2. Net terug uit Steenwijk, waar we onze voorstelling Matennaaiers speelden. Nu Aflevering 25 plus zijbalk afronden. Morgenochtend vroeg naar Rotterdam voor Bulkboeks Dag van de Literatuur. Mogen schrijvers wel doping gebruiken?’

Je zou inderdaad gaan geloven dat een mens dit zonder extra, al dan niet chemische, pepmiddelen niet volhoudt, maar ik heb niet de indruk dat Giphart in zijn agenda tijd over heeft voor een middagje bloedtransfusie in een Belgische privékliniek, dus ik ga ervan uit dat hij het feuilleton clean schrijft.

Zo, genoeg uitgeweid, het is zo zoetjes aan tijd om me op de inhoud van het feuilleton te richten. Aflevering 25, Eén vlees, is zoals uit mijn inleiding mag blijken een onthullende aflevering. Je zou bijna denken dat het de laatste aflevering voor een vakantieperiode is, maar behalve dat ik zelf volgende week een weekje vrij en in het buitenland ben, heb ik Giphart daar niet over gehoord.

Afijn, het perspectief ligt deze keer bij de mannen. Alvorens we echter op hen inzoomen worden we door Giphart in de eerste alinea meegenomen naar een hoge duin waar de drie oudste jongens, Hidde, Roel en Yf een pan shot maken van de horizon en hun fietsende familieleden. Een pan shot heeft niets te maken met duinpan, maar is een camerabeweging die inhoudt dat de camera horizontaal van links naar rechts beweegt om te tonen hoe wijd een landschap is, of om een totaalbeeld te geven.

‘Geluid gaat voor het beeld uit, had Frederique de dag ervoor aan Hidde uitgelegd.’ Het is ogenschijnlijk een niet echt belangrijke zin, en het klinkt zelf paradoxaal (eerst de flits, dan de knal) maar in dit geval is niets minder waar. Dit geldt letterlijk voor het vervolg van de alinea, (‘De jongens hoorden het verwaaide gegil van aanstormende kinderen, maar zagen nog niemand.’) maar figuurlijk geldt dit ook voor de implicaties van hetgeen we te weten komen in de laatste alinea. Arme Hidde, zijn moeder is geheimenverzamelaar, maar hoe gaat hij om met deze informatie? Ik stel me voor dat hij, terwijl de woorden nagalmen in zijn hoofd de camera langzaam laat zakken en uitzet. Roel en Yf merken mogelijk niet eens dat er iets aan de hand is, maar Hidde ziet in zijn hoofd ineens een heel andere Kick, ome Kick, de goede vriend van zijn vader en moeder.

Aan het eind wordt de titel verklaard, want dan zegt Kick over Nathalie, de overleden vrouw van Silvijn, dat hij haar behoorlijk goed gekend heeft. ‘In bijbelse zin. Ik ben inderdaad één vlees met haar geworden (…)’. Maakt de bekentenis dat Kick is vreemdgegaan met Nathalie, hem minder sympathiek? Ik denk dat dit voor veel mensen zo is. Een ander deel van de lezers zal eraan memoreren dat Bibi ook geen lieverdje is. De vraag is echter ook hoe de mannen op de bekentenis van Kick zullen reageren? Blijft het geheim bewaard? Over de loyaliteit van de mannen maak ik me geen zorgen, maar Hidde is nog een puber. Kan hij omgaan met de informatie die hij zojuist onbedoeld als cliffhanger te verwerken kreeg?

‘‘Eén vlees… En weet Silvijn dat?’, zei Pim.
‘Ik mag hopen van niet’, zei Kick die nog steeds niet doorhad dat zijn woorden werden gefilmd door Hiddes camera.’

Voor de laatste aflevering van vorig jaar vroeg Giphart om suggesties voor een verhaalwending. Ik schreef toen dat ik opa Kick terug wil in het verhaal. Giphart noemde toen mijn suggestie in de zijkolom, waarbij hij opmerkte ‘Heb geduld.’ Vorige week deed ik weer een appèl op het herintroduceren van opa Kick en hoewel de oude man nog niet op het eiland is gearriveerd, laat Giphart door middel van een flashback weten dat hij de fitte opa niet is vergeten. Dank!

Mooi stukje, overigens over 40-ontkenners. Voor mij als 39-jarige (dus in mijn veertigste levensjaar) zeer herkenbaar. Ik moest vooral glimlachen om het gebruik van het woord zwampende. Volgens mij staat dat niet in de Van Dale, maar ik vind het een prachtig anglicisme, afkomstig van swamp – moeras?,  dat in deze context een heel mooi beeld schetst van een mosh pit. En mijn glimlach was nog niet verdwenen, toen ze weer groter werd door deze prachtige zin: ‘Een directeur, een redacteur, een instructeur en een regisseur werden springend, duwend en pogoënd opgeslorpt door een deinende bundel koesterende lichamen.’ Ik heb meteen zin om weer eens een concert te bezoeken!

Terwijl de vrienden uithijgen van de inspanning op Vlieland (‘Een ouderwetse fietsrace, waarin de mannen zich weer jongens tonen.’) Krijgt Silvijn tot twee keer toe een sneer: ’Silvijn racete niet mee, hij bleef hangen bij de vrouwen, die de race lafjes aan zich voorbij lieten gaan.’ Hij kwalificeert zich hiermee in de ogen van de vier mannen als een softie, een lulletje rozenwater. Even verder lezen we: ‘Helemaal achteraan reed Silvijn, tussen Bibi en Freek in.’ (Geen onbelangrijke zin in mijn ogen, ik kom hier later op terug.)

‘‘Wat doet die flikker hier eigenlijk?’ (…) Het was de eerste keer dat ze de aanwezigheid van Silvijn bespraken. (…) ‘Heeft hij zelf geen vrienden?’ Silvijn is ontegenzeggelijk niet populair bij de mannen. Daar kon Kick nog wel eens mazzel mee hebben, zodra de stront de ventilator raakt… Maar tot die tijd, fietst die intrigant wel tussen Bibi en Freek in…

Bibi? Aan het einde van de vorige aflevering was Bibi in vertwijfeling achtergelaten in haar hotelkamer. Ik ging er echt van uit dat ze niet mee zou gaan. Maar wat besluit ze uiteindelijk? Ze gaat toch mee, maar huurt haar eigen fiets. Hoewel Kick haar een perfect alibi verschaft om niet door Silvijn te worden afgezonderd van de groep, laat ze hem alleen op de door hem gehuurde tandem door de sneeuw ploeteren. Is dat de reden dat Freek niet van de zijde van Bibi wijkt? Zij is tenslotte de geheimenverzamelaar en mogelijk heeft Kick zijn hart ooit bij haar gelucht. Nu ik erover nadenk… Misschien heeft hij wel meer bij haar geleegd, een feuilleton is tenslotte net een soap en het verhaal kan vast nog smeuïger, de relaties ingewikkelder…

Een Vrouw

leave a comment »

De haiku is een vingerhoed vol emotie, waarin weinig ruimte is voor ontledingen en benaderende omschrijvingen. De Warmloper scant dagelijks de krant*)op zoek naar haiku-achtige koppen of quotes. Hij laat zich leiden door de woorden en tracht alleen de haiku te zien. Foto’s worden wazig, teksten gaan op grijs, tot daar die twaalf- tot zeventienlettergrepige tekst overblijft, die ontdaan van alle ballast zich openbaart tot ogenblikervaring.

Een vrouw die een Duitse
torpedo overleeft
kan altijd mee

Lees, bewonder en laat u inspireren. Verwonder en laat vooral uw gedachten de vrije loop. Mocht u een mooie interpretatie willen delen, dan staat mijn inbox van harte voor u open.

*) de Volkskrant, tenzij een andere bron is vermeld
in dit geval het V-katern van 6-3-2013

Written by thehotstepper

maart 11, 2013 at 8:57 am

Geplaatst in kophaiku

Tagged with , ,