Hier loop ik warm van

The Hotstepper goes Dutch

Archive for mei 2012

Bimbo a bordo

leave a comment »

Vandaag was ik weer in de discountsupermarkt bij ons om de hoek. Deze week hebben ze onder andere van alles voor je auto in de aanbieding, zoals ruitenwisservloeistof, een setje met allerhande lampen en zekeringen en een hogedrukcompressor om je banden op te pompen of om vuil van moeilijk toegankelijke plaatsen weg te blazen. Ook hadden ze een magnetisch noppenkussen voor in je stoel en een hoes voor om het stuur. Op die stuurhoes kom ik later terug. Met het magnetische noppenkussen heb ik even twijfelend in mijn handen gestaan. Het is verkrijgbaar in zwart, grijs en donkerblauw en kost slechts €4,99. Geen geld, dacht ik. Stel je voor dat het werkt. Toch legde ik de aanlokkelijk geprijsde weldaad voor mijn rug terug. Bij Halfords had ik er ooit één gekocht voor twee keer zoveel geld en die hielp ook niet. En dus schuifelde ik verder. Tomaatjes, eikenbladsla, hamburgers, kaas en worst. Bier, wijn, water voor mevrouw Stepper, want die drinkt over de grens echt geen druppel uit de kraan. Frisdrank, yoghurt, ben ik nog iets vergeten? Ik denk het niet, dus op naar de kassa.

Ik was snel aan de beurt en stond al mijn tas te vullen met de artikelen die via de kassière de scanner gepasseerd waren, toen ik achter mij in rap Italiaans een gesprek opving. Het zal een pleonasme zijn, zoals witte sneeuw, want volgens mij klinkt Italiaans altijd snel, maar misschien klonk het deze keer sneller, geagiteerder. Ik draaide me om en zag een Italiaan in een vaal blauw t-shirt van de Azurri, het nationale team, met een stuurhoes in zijn handen staan. Dan weer kijk hij de kassière schaapachtig aan, dan weer gebaarde hij druk met de hoes naar de uitgang. Kennelijk wilde hij hem voor tot aanschaf over te gaan eerst proberen. Uiteindelijk wierp de kassière haar ogen ten hemel, slaakte een zucht en wees de man de deur. Hij had haar permissie.

Ik was juist klaar met mijn tas inpakken en rekende af. Buitengekomen, keek ik om mijn heen en zag naast de schuifdeuren van de ingang een paarse Polo staan. Het mannetje zat achter het stuur, waar hij zojuist de hoes omheen had gevouwen. Hij legde zijn handen op het stuur en kromde zijn vingers om het kunstleer, kneep even en lachte toen breeduit. Hij sloeg met plezier met zijn handen een roffel en gooide zijn hoofd in zijn nek. Ik denk dat de hoes hem beviel. Langzaam liep ik verder. Toen ik achterom keek, zag ik op de achterruit van de Polo een sticker met de tekst BIMBO A BORDO. Mede door de sponsor van die boodschap, Pampers, bedacht ik dat met Bimbo geen strakke voluptueuze blondine zou worden bedoeld, maar een klein kind of een baby. Hoofdschuddend slofte ik weg van de auto met de Italiaan, zo blij als een kind met zijn nieuwe stuurhoes. Bimbo a bordo, de slogan was goed gekozen.

Written by thehotstepper

mei 31, 2012 at 4:27 pm

Oranjeboom

leave a comment »

We zitten nog steeds op de camping in Italië. Schuin achter ons zijn Duitsers met een VW California busje komen staan. Hij is een boomlange vent met een kale kop. Hij lijkt wel een beetje op Pierre Wind, maar dan rustiger. Toch doet hij me sterk aan de gesjeesde kok uit de Hofstad denken. De man is de hele dag met eten in de weer.  Terwijl de zon langzaam rood kleurt en het meer van Levico met roze en paarse tinten versiert, geniet ik van een frisse sauvignon blanc uit Venezia. Ik zit dan weliswaar in Italië, maar dat wil nog niet zeggen dat ik geen wijn van een Franse druif mag drinken. Als aperitief drink ik ook volop Ricard, de onovertroffen anijsdrank uit Marseille. Sinds 1932, dat u het weet, maar overigens slechts ter zijde hier vermeld.

Terug naar Pierre, die eigenlijk Klaus heet of Otto, dat weet ik niet meer. Terwijl ik dus aan die kraakfrisse sauvignon zit te lurken, komt hij uit zijn Volkswagenbusje gestiefeld met een halveliterblik Oranjeboom. Echt waar, ik verzin het niet. In Nederland wil niemand er nog aan, vanwege langdurige hoofdpijn en een droge strot de volgende dag, maar Pierre, of Otto of Klaus heeft het hier in Italië op de kop weten te tikken. Het bier van het zieltogende fabriekje, dat ooit van Rotterdam-Zuid naar Breda verhuisde vanwege de lagere prijs per vierkantemeter en het anders het hoofd niet boven water kon houden, heeft in Italië een van eten maffe Duitser weten over te halen om één van zijn blikken bier te kopen.

De levensgenieter heeft het pils links laten liggen en is meteen voor de 8,5% zware variant gegaan. Omdat ik uit Rotterdam kom en op Zuid woon, steek ik allebei mijn duimen naar hem op. ‘Oranjeboom, gutes Bier!’, roep ik naar hem. ‘Ich kan es wissen weil die Oranjeboomstraße bij mir um die Ecke ist.’ Hij heft het blik met zijn rechterhand en steekt zijn linkerduim naar mij op.

‘Heil prosit. Komm herüber, dann trinken wir zusammen.’ Ik ga staan en hef mijn glas naar hem. ‘Prosit!’, roep ik, en sla op mijn buik. ‘Nur wein für mich. Ich trinke erst Oranjeboom als ich zurück in Rotterdam bin.’

Mevrouw Stepper kijkt mij minzaam aan. ‘ Moet je die man niet waarschuwen?’, spreekt ze me vermanend toe. Ik maak een afwerend gebaar en lach naar Pierre: ‘Zum Wohl!’

Written by thehotstepper

mei 28, 2012 at 4:10 pm

Radio

leave a comment »

Vlak bij onze camping is een discountsupermarkt. Je kunt er naar toe lopen voor een kleine boodschap en het is een fantastische plek om mensen te kijken. Vandaag bleef ik even staan toen ik een echtpaar, kwieke vijftigers uit de buurt van Amsterdam, hoorde bekvechten over een radio, die in één van de bakken met koopjes lag.

‘Ik weet het niet hoor’, zei de vrouw, die het retrogeval uit de verpakking haalde om het beter te bekijken. Haar man stond schuin naar haar toegedraaid, leunend met een hand op de rand van de bak, het ene been over het andere geslagen, bestuurde hij de specificaties die naast de prijs stonden genoteerd. €19,95 Geen geld, hoorde ik hem denken.

‘Het is toch een geinig ding’, probeerde hij zijn vrouw te vermurwen. ‘Nou, geinig noem je dat. En ik dan zeker de hele vakantie naar dat voetbalcommentaar of een verslag van de Giro luisteren. In het Italiaans ook nog. Dat gaat toch veel te snel, jij verstaat er toch niets van.’  Ze keek haar man, die  zijn schouders ophaalde, smalend aan.

‘Nou, dan nemen we hem niet’, zei de man. ‘Ji je zin. Het leek me gewoon wel aardig…’

‘Aardig? Waarvoor dan?’, wilde zijn vrouw weten.

‘Ach, mens! Laat maar liggen dan. Dan is het gewoon stil in de caravan. De man deed alsof hij zich gewonnen gaf en maakte aanstalten om verder te lopen. Hij keek mij aan en tilde zijn handen met de palmen omhoog tot net boven zijn broeksriem. Enigszins gegeneerd legde ik het voordeelpak sudokupuzzels dat ik zogenaamd stond te bestuderen terug in het rek en vervolgde mijn weg. In mijn ooghoek zag ik de vrouw de radio nog een keer in haar handen omdraaien.

’s Avonds maakte ik een wandelingetje over de camping. Al van verre zag ik het echtpaar onder de luifel van een grote caravan zitten in het licht van een kaal peertje. Zij keek naar haar handen, hij naar een mot die om de lamp danste. Op de tafel stonden twee kopjes koffie en een ouderwetse blikken koekjestrommel. De radio was noch te zien, noch te horen.

Written by thehotstepper

mei 27, 2012 at 3:44 pm

Geplaatst in column, reizen

Tagged with , , , , , ,

Geciviliseerd

leave a comment »

“è da persone civili lasciare puliti I lavandini dopo aver lavato le stoviglie”, staat er te lezen in rode letters op een wit emaille bord boven de wasbakken waar de vaat kan worden gewassen. Het betekent zoveel als ‘geciviliseerde personen laten de wasbakken schoon achter’ . Er wordt duidelijk op het gevoel van  mensen gespeeld. Misschien dat het werkt bij Italianen maar bij mij roept het een nauwelijks te onderdrukken averechtse werking op. Net als bordjes in een winkel met de tekst ‘Niet aanraken’. Ik was het helemaal niet van plan… maar van het verbod gaat een suggestieve werking uit. Ineens wil ik niets liever dan de porseleinen theepot die ik niet eens mooi vind bepotelen. Optillen, tegen het licht houden, doen alsof ik hem laat vallen en terwijl mijn ogen die van de verschrikte kassière ontmoeten op kniehoogte opvangen. Nog ergerlijker is ‘ Kijken doe je met je ogen’. Maar ik dwaal af.

Het is mijn eer te na om de na gebruik de afwasbak zo schoon mogelijk achter te laten. Daarvoor heb ik geen aansporing nodig. Hoofdschuddend bekijk ik het  met spaghettiresten en gemengde groenten gevulde afvoerputje en plaats er mijn volle afwasteiltje bovenop. Dan veeg ik eerst het belendende stukje aanrecht schoon. Weg met alle sopresten van mijn voorganger. Als alles blinkt, stal ik er mijn vieze vaat uit. Ik spoel de glazen, de bordjes en het bestek en vul zodoende mijn plastiv bakje met licht bevuild water. Het gespoelde maar nog niet gewassen servies zet ik op het platte stukje aanrecht terug. Als ik alles heb gehad, ook mij pannen, kieper ik de mijn waskom om en tel de achtergebleven doperwten. Volgens mij zijn het er minder dan voorheen. 1-0 voor Theo. Ook de spaghetti is deels weggespoeld.

Dan vul ik het teiltje met zo heet mogelijk water, een beetje zeep en was wat er te wassen valt . Ik heb er altijd zin in en fluit terwijl ik bezig ben I follow rivers, de Triggerfingerversie, maar dat terzijde. Als ik uitgewassen ben, kiep ik de bak om en spoel hem af. Weer tel ik de achtergebleven doperwten. Weer zijn het er minder en de spaghetti is nu bijna weg. 2-0 voor Theo, denk ik, terwijl ik mijn teiltje afdroog en mij vervolgens aan het nadruipende servies, pannen en bestek zet. Grote dingen eerst, anders past het niet.

Terwijl ik sta af te drogen kijk ik opnieuw naar het witte bord met de rode letters en moet denken aan Berlusconi. Een man met meer vrouwen dan rechtzaken, of was het andersom? Een man die zijn politieke tegenstanders geen zendtijd gunde op één van zijn vele TV zenders. Een man die … Ach ik kan zo nog wel even doorgaan! Geërgerd gooi ik het laatste mes bij het afgedroogde bestek in het kleine pannetje dat in het middelste pannetje in het grootste pannetje zit. Ik veeg de onderkant van mijn volle oranje afwasteiltje, schoon, droog in een beweging het aanrecht en zwiep de natte theedoek over mijn schouder. Terwijl mijn schone vaatwerk op een uitgestoken arm balanceert, maak ik met twee vrije vingers van mijn vrije hand het afvoerputje schoon. Geviliseerd als ik ben duw ik een doperwt en een stukje mais door een van de gaatjes van de afvoer. Wat niet weet wat niet deert. Fluitend slof ik terug naar mijn tentje.

Written by thehotstepper

mei 26, 2012 at 3:50 pm

Mussen

with 2 comments

Ooit heb ik ergens gelezen dat de huismus in Nederland met uitsterven wordt bedreigd. Volgens de auteur van het artikel zou dat heel erg zijn. Zelf zou ik het vooral heel jammer vinden, want van alle vogels die ik ken vind ik de mus het gezelligst. Ik vind de huismus in tegenstelling tot wat zijn naam doet vermoeden namelijk vrolijk en outgoing. Hij lijkt in ruil voor wat kruimels altijd bereid om je gezelschap te houden en is zogezegd alles behalve schuw. Wanneer ik een musje zie, word ik altijd vrolijk. ‘Kijk een mus!’, roep ik dan opgetogen, wat mij niet zelden op verbaasde blikken van mijn gezelschap of van onbekenden op het terras waar ik mij dan toevallig bevind, komt te staan. Als het even kan leg ik dan uit dat ik heb gelezen dat mussen in Nederland dreigen te verdwijnen en dat ze im grund vrij schuw zijn. Ondertussen verkruimel ik een janhagel of speculoosje die ik de mus voor de ranke pootjes werp. Het wordt altijd met gekwetter in dank aanvaard en al gauw verschijnen er meer mussen. Sommige terrasbezoekers kijken me boos aan en maken gnuivend opmerkingen: ‘Pfff, zou uitsterven, het is een plaag!’ Onderwijl beschermen ze met hun vrije hand het stuk appelgebak dat op een schoteltje ligt wat zij met hun andere hand ondersteunen. Ik vind het een feest om naar te kijken.

Als ik me de naam van de auteur van het mussenartikel zou herinneren zou ik zijn adres opzoeken en hem geruststellen. In Italië, op de camping waar ik verblijf, zijn ze in overvloed. Elke ochtend zit ik blij aan mijn ontbijt. Ik koop dagelijks een extra panini om te delen en heb zo al heel wat vriendjes gemaakt. Gelukkig kan mevrouw Stepper het gezelschap van de steeds brutaler wordende musjes wel waarderen. Laatst hadden we er één in de tent en gisteren zat er één op de rugleuning van haar stoel over haar schouder mee te kijken hoe ze in haar cruesli zat te roeren. Toch lijken ze welgemanierd, want ik heb er nog nooit een op de tafel gezien. Wel eronder. Er hippen er op dit moment zeker zes rond mijn in espadrilles gestoken voeten. Terwijl ik een slok van mijn koffie neem, zie ik hoe een slank, enigszins vaal musje een stuk brood afhandig maakt van een bolle, donkerbruine mus met in de veren op zijn rug donkere tijgerstrepen. Hij lijkt het al goed te vinden, draait zich met een hupsje naar mij om  en kijkt me met een schuin koppie aan. Ik lach en steek mijn hand uit. Nieuwsgierig hipt hij naderbij. Even denk ik dat hij op mijn uitgestoken wijsvinger gaat zitten, maar dan werpt mevrouw Stepper een stukje brood op de grond. Ik zweer je, dat hij naar me knipoogde, alvorens hij zich met twee andere musjes in het strijdgewoel om het deegballetje wierp. Alle drie de vogeltjes vliegen met een stukje in hun snavel geklemd een eindje verderop en ik moet weer aan die auteur denken. Ik weet het zeker: De huismus is oké, die komt wel op zijn pootjes terecht. Hoe heette die auteur nou?

Written by thehotstepper

mei 25, 2012 at 4:45 pm

Geplaatst in column, reizen

Tagged with , , , ,

Bedelaar

leave a comment »

Volgens mij zie je ze weer steeds vaker. Bedelaars. Ze geven je altijd een opgelaten gevoel. Zo’n gevoel wat je ook krijgt als je twee goede vrienden voor het eerst met elkaar ziet zoenen. Het hing al even in de lucht. Je hebt ze dagen, zo niet weken in de periferie om elkaar heen zien draaien, onderwijl spanning opbouwend die voor de goede verstaander zeer wel voelbaar is.

Opeens is er dat ene moment, dat je niets vermoedend een vertrek binnenloopt en je ze met elkaar ziet zoenen. Om te doen alsof je ze niet ziet is het te laat. Altijd is er wel één die jou over de schouder van de ander even aankijkt. Misschien wel een knipoog toewerpt. De tijd bevriest en in een fractie van een seconde maak je een keuze.  Loop je door, bijvoorbeeld naar de bar, en doe je alsof je niets zag, of geef je een knipoog terug? Het is datzelfde gevoel van ongemak wat ik ook voel bij bedelaars. Je weet dat ze er zijn, je ziet ze al weken in je ooghoeken, maar je hebt ze nog weten te ontwijken. Tot dat ene ogenblik.

Ze stellen zich onopvallend op aan de rand van een terras of bij de ingang  van een winkel. Daar geven ze je even het gevoel alsof je ze niet weten dat je ze hebt opgemerkt. Net als je opgelucht ademhaalt, omdat je jezelf hebt wijsgemaakt dat je ongezien kan passeren, spreken ze je aan.  Je ontkomt er niet aan je pas even in te houden. Kijk je weg, of kijk je ze aan? Je beklopt je zakken, maakt een hulpeloos gebaar of overhandigt een muntstuk. In beide gevallen kom je niet weg met een knipoog. Opgelaten loop je verder.

Written by thehotstepper

mei 24, 2012 at 4:37 pm

Geplaatst in column

Tagged with , ,

Fietsen

leave a comment »

De oude man ging fietsen. Aan zijn schoenen, die grijs en plat waren kon ik het niet zien. Aan zijn beige sokken, die tot ruim boven zijn enkels waren opgetrokken tot net onder zijn donkerbruine driekwartsbroek ook niet. Zelfs zijn olijfgroene, naar militaristisch bruin neigende vest wat hij daarboven droeg, gaf hem niet weg als fietser. Het was de metallicblauwe langwerpige helm die het hem deed.

De man passeerde mij bij het washok terwijl hij zijn gulp dichtritste, zijn broek ophees en naar een gereedstaande fiets op een kampeerplaats aan de overkant van de straat liep. Glimlachend gooide ik mijn spons in het schuimende afwasteiltje, droogde mijn handen aan de theedoek en keek hem na. Wedden dat het een Duitser is?, dacht ik bij mezelf. Hoewel zijn kleding en fietshelm wat mij betreft voldoende hierop wezen, bevestigde hij mijn gedachte door met zijn bovenlichaam in een zilvergrijze Mercedes met Duits kenteken te duiken.

Hij rommelde even met iets wat achter de voorstoelen lag en kwam toen met een langwerpige accu te voorschijn die hij met zichtbare moeite op de bagagedrager van zijn fiets probeerde te klikken. Hij mompelde wat voor zich uit en zijn vrouw kwam met een vaatdoekje in haar hand uit de caravan om te informeren of het lukte. De man keek op en bevestigde de batterij met een ferme klik. Hij richtte zich op, zette zijn handen in zijn zij en sprak zacht tegen zijn vrouw. Ze lachte en maakte een wegwerpgebaar met het duizenddingendoekje.

Opnieuw boog de man zich in door het openstaande achterportier van de Mercedes. Ditmaal kwam hij tevoorschijn met een roodgeruit tasje waaruit hij een kaart opdiepte, die hij kort bekeek, toen zorgvuldig vouwde en weer terugstak. Vervolgens bevestigde hij het tasje even omstandig als het electronische duwtje in de rug. Wederom kwam zijn vrouw kijken en helpen. Op haar witte birkenstocksandalen type nachtzuster zag zij er niet uit alsof ze klaar was voor een rondgang door de Dolomieten.

De oude man overlegde zachtjes met zijn vrouw. Ik zag hem een denkbeeldige route op zijn vingers nagaan. Zijn vrouw knikte en hij stapte op zijn fiets en vertrok voor een mooi fietstochtje. Althans, dat stelde ik mij voor, maar net toen ik mij weer aan de afwas wilde zetten, verscheen de vrouw in de deuropening van hun caravan en riep de oude man na: ‘Und eine Flasche Coca-Cola!’

Written by thehotstepper

mei 23, 2012 at 5:47 pm

Regen

leave a comment »

Het regent inmiddels 24 uur achtereen. Niets zo triest als een camping in de regen. Zelfs de meest vrolijk gekleurde tentjes zien er na een dag regen  flets en verfomfaaid uit. Lusteloos kijken wij door de plastic ramen van onze tent naar buiten. Op de lege plaatsjes om ons heen vormen zich steeds groter wordende plassen.

De regen tikt onophoudelijk op het tentdoek. Af en toe wordt het iets minder. Laatst liep ik toen het bijna droog was naar het toiletgebouwtje dat gelukkig niet ver weg is. We staan op een kleine camping, dus niets is echt ver, maar de afstanden lijken in de regen toch verder. De dag duurt ook langer.

Jammer is dat. Niets te doen en een lange, regenachtige dag voor de boeg. De bewolking hangt laag, is dik en er lijkt geen einde aan te komen. Ze onttrekt de machtige bergen, waarvan sommige getooid met sneeuw, aan het oog. Minimaliseert ze alsof ze er eenvoudigweg niet zijn.

Mevrouw Stepper heeft via het gratis WIFI internetverbinding met haar telefoon tot stand gebracht. ‘ In Rotterdam is het 20 graden. Lekker.’

‘Zal je altijd zien’, zeg ik, terwijl ik een olijf met een slok Pastis wegspoel. Het blijft even stil op het staccato van de neerslag na. Net als ik een bladzijde in mijn boek omsla, zegt ze:

‘Morgen schijnt de zon hier ook. Dan krijgt het weer een 7.’  Helaas duurt een dag in de regen langer dan anders en lijkt morgen, zelfs op deze kleine camping verder weg dan ooit.

Written by thehotstepper

mei 22, 2012 at 5:12 pm

Aardbeving

leave a comment »

We zitten op een camping in het noorden van Italië en lezen ieder een boek. We lezen omdat het kan, omdat het mag, omdat we het leuk vinden. We zijn ontspannen en genieten van elkaars gezelschap ook als we even niets tegen elkaar zeggen. Niets moet. In de moderne wereld ligt verveling dan al gauw op de loer. Mensen zijn verwend. Als ze even niets om handen hebben ontstaat al gauw een onrustig gevoel. Een bijverschijnsel van welvaart. Heb je ooit een inwoner van een derdewereldland zien stressen, omdat hij even niets te doen heeft?

Het is misschien wel daarom dat we zo graag kamperen. Even terug naar af, back to basic. We wonen in een tent, zitten op eenvoudige stoelen en slapen op een matras op de grond. Onze telefoons staan uit en het enige idee van een buitenwereld wordt eens in de zoveel uur gevormd door het geluid van een passerende trein. Het geluid is niet hard, maar net luid genoeg om ons eraan te herinnerendat het gewone leven, dat we twee weken achter ons hebben gelaten, doorgaat.

‘Voelde je dat?’, vraagt mevrouw Stepper.

‘Nee’, ik schud mijn hoofd al voor ik van mijn boek opkijk en haar grote bruine ogen ontmoet.

‘De grond ging helemaal heen en weer. Ik ben een beetje duizelig’. Ik steek mijn hand uit. Onze vingers verstrengelen zich.

‘Zal wel een goederentrein zijn’, zeg ik, terwijl ik naar haar  glimlach. Maar dan voel ik het ook. Ze trekt één wenkbrauw omhoog en ik denk hetzelfde als zij. Dat was géén trein. Ik knipoog en knijp in haar hand.

‘Bizar’, zeg ik. Even blijven we zo zitten, dan verdiepen we ons weer in onze boeken.

Een dag later zet mevrouw Stepper haar gsm aan. Piep-piep. Bericht uit Nederland. In Bologna, zo’n 200 kilometer hiervandaan was gisteren een aardbeving van 6 op de schaal van Richter. Ik schenk heet water op de koffie en vraag: ‘Kom je zo ontbijten?’

Written by thehotstepper

mei 22, 2012 at 4:38 pm

Geplaatst in column, reizen

Tagged with , , , , ,

Autobahn

with one comment

Voor veel Nederlanders spreekt het asfalt van onze oosterburen tot de verbeelding. De ogen van de meeste mannen en sommige vrouwen gaan glimmen bij de gedachte aan snelheid. Het adrenalinegehalte in het bloed stijgt een paar procentpunten bij het vooruitzicht om onbeperkt gas te mogen geven. Met het pedaal op het metaal, de motor maximaal te laten grommen, de blik op oneindig, zo veel mogelijk kilometers in zo kort mogelijke tijd af leggen.

De werkelijkheid is helaas anders. In Duitsland geldt een adviessnelheid van 130 km/u op grote delen van het snelwegennet. Hier mag je dus harder. Op andere delen gelden echter snelheidsgeboden van 120 km/u of zelfs 100 km/u. Wat de reden hiervoor is, is niet altijd geheel duidelijk. Soms mag op een driebaansweg met vluchtstrook maximaal 100 km/u worden gereden en geldt op een tweebaansweg zonder pechstrook slechts de adviessnelheid.

Als Nederlander wil ik graag weten waartoe een gebod dient. In mijn geval betekent dat, dat ik, zodra ik een roodomrande 120 zie, mezelf afvraag Hé, waarom mag je hier maar 120? Vervolgens haal ik mijn rechtervoet van het gas en wacht tot de snelheidswijzer is gedaald naar de bevolen maximum snelheid.  Voor de gemiddelde Duitser duurt dat echter te lang. Immers, befehl ist befehl. Zodra een Duitser 120 registreert gaat direct zijn voet van het gas en in één vloeiende beweging naar de rem. Ook een manier van het pedaal naar het metaal, maar niet mijn manier. Of dit gedrag de veiligheid en de doorstroom bevordert, durf ik te betwijfelen. Zelf werd ik er in ieder geval nogal onrustig van. De vrijgekomen adrenaline veroorzaakt door het plotselinge remmen verhoogt mijn hartslag, wat bijdraagt aan de irritatie veroorzaakt door het niet kunnen verklaren van het opgelegde gebod, vermeerderd met de verbazing om de irrationele reactie van de Duitse bestuurders.

Het lijkt wel alsof het voor Duitsers alles of niets is. Als 130 km/u als advies geldt, dan zullen velen onder hen het niet nalaten om zo hard mogelijk te rijden. Echter ook dan zullen ze niet hun voet van het gas halen als ze mij in de verte een auto zien inhalen. Zelf zou ik in zo’n geval een soort van uitrollen tot de inhaler voor mij. Voor Duitsers is dat te zeer een tussenvorm. Bij hen is het een kwestie van gasgeven of remmen. En zo gebeurde het mij toch enkele keren dat ik kort na aanvang van een inhaalmanoeuvre werd opgeschrikt door een tot 150 of 160 km/u afremmende Audi, Porsche of Mercedes met Duits kenteken. Gedachten als Mijn achteruitkijkspiegel was toch leeg?, of Goed dat ik geen trekhaak heb, anders zaten we nu aan elkaar vast, hebben de revue gepasseerd. Om niet over te komen als stereotype Hollander die NL als afkorting van Nur Links (fahren) naast zijn kenteken heeft, wist ik telkens niet hoe snel ik weer naar rechts moest.

Ook daar ergerde ik me aan de rijstijl van de dames en heren Duitse weggebruikers. Duitsers zijn een volk van uitersten, bedacht ik. Of ze houden zich keurig aan de (advies)snelheid, of ze rijden zo hard als ze kunnen. Het lijkt alsof er twee soorten Duitsers zijn.  Ik overwoog welke soort ik erger vind. Degenen die zich aan de adviessnelheid houden hebben gewonnen. Probleem met hen is dat zij op een driebaansweg het liefst in de middelste baan rijden. Sneller dan de vrachtauto’s, campers en caravanisten in de rechter rijstrook, maar te langzaam voor mij. Te lui om van baan te verwisselen en paniekerig op tweebaanstrajecten.

Het idee niet te kunnen kiezen voor het veilige midden zorgt bij wegversmallingen voor opstoppingen en filevorming. De hardrijdende Duitser moet hard in de remmen om in te voegen. De gematigde Duitser wisselt te veel van baan, want is zonder midden besluitloos tussen links en rechts. Ondertussen voelde ik mij met mijn NL stigma ‘stuck in the middle’  en vroeg mij af waarom de weg na 800 meter versmalling weer naar het comfortabelere driebaansmodel veranderde.

Het is een mythe dat de Autobahn snel zou zijn en Duitsers hoffelijk in het verkeer. De adviessnelheid geeft pijnlijk aan dat Duitsers niet goed kunnen omgaan met vrijheid. Net als de roodomrande snelheidsborden laten zien dat zij meesters zijn in het rücksichtlos gehoorzamen. Wat betreft het midden,  kan een analoog naar het voetbal worden getrokken en ben ik overtuigd dat we deze zomer door het midden de beste kans maken om Die Mannschaft te verslaan, maar dat geheel terzijde, want ik heb net zoveel verstand van voetbal als van autorijden.

Written by thehotstepper

mei 21, 2012 at 4:00 pm