Hier loop ik warm van

The Hotstepper goes Dutch

Posts Tagged ‘Wilhelmina

Lopen langs de lijn – etappe 6

with 6 comments

Mooie bruggen over brede stromen > Etappe 6 Geldermalsen / Zaltbommel (18km)

Vanaf spoorwegknooppunt Geldermalsen koerst de wandelaar via kleine dorpjes en landelijke weggetjes – slechts doorbroken door de A15 en Betuwespoorlijn – naar de Martinus Nijhoffbrug, die al van veraf boven het landschap uitsteekt. Het mooie stadje Zaltbommel aan het einde van de tocht biedt de vermoeide lopers voldoende lafenis. (…)

Lourens Vellinga – LLdL

5 mei 2011 – Bevrijdingsdag. De trein komt om 12.50 uur aan. Het is iets later dan ik zou willen, want ik heb 18 kilometer voor de boeg. Van Geldermalsen naar Zaltbommel. Dit is de langste etappe tot nu toe. De reden dat ik wat later ben dan gepland is, dat ik, wat opstartproblemen had, wat mede werd veroorzaakt door een katertje. Wat ook meespeelt natuurlijk, is dat ik steeds verder moet treinen om aan mijn volgende wandeling  te beginnen.

Het is vandaag in ieder geval een prachtig mooie dag. De eerste na een serie van koude dagen, toen er een gure oostenwind door Nederland waaide. Vandaag is het aanmerkelijk zachter en terwijl ik de eerste meters achter mij laat, Geldermalsen verlatend over de Genteldijk, voel ik mede door het zwoele weer mijn kater als sneeuw voor de zon verdwijnen.

De omgeving is groen. Van dat frisse, knisperige groen. Er staan veel bomen met nieuw, jong blad. Overal om mij heen hoor ik vogels fluiten.

Foto vier is enigszins misleidend in het boekje LLdL. Ik moet even zoeken om de juiste weg te vinden. De beschrijving in het boekje zegt dat ik de rotonde recht moet oversteken naar Laageinde, maar komende van station Geldermalsen, is dat echt rechtsaf…

Hoewel het een prachtige dag is, perfect om te wandelen, heb ik niet veel te melden over Geldermalsen. Het eerste stuk gaat lang s een industrieterrein en een niet zo aantrekkelijke weg. Op het Laageinde wordt het al ietsje beter, er wordt in ieder geval uitbundig voor mij gevlagd. Gelukkig zie ik een bord:  Einde Geldermalsen.

In de verte doemt het volgende bordje om de bebouwde kom aan te geven op. Meteren is het volgende dorpje waar ik door heen kom. ’s Kijken, hoe het daar is.

Dit vind ik nu grappig, mooi. Op Bevrijdingsdag passeer ik de Laan 1940-1945 in Meteren. Aan die laan staan prachtige, vrijstaande huizen. Wat wil je nog meer, vrijstaande huizen, op Bevrijdingsdag, aan de Laan 1940 -1945? Poëzie ligt hier op straat.

In een weiland staat een veulen. Ik wil een leuke foto van hem maken, omdat het zo’n heerlijk lente dier is, maar het beestje is zo nieuwsgierig naar mij, of mijn camera en komt iedere keer naar mij toe. Het is hierdoor heel lastig om een mooie foto te maken. Ik heb er uiteindelijk één geschoten, die wel aardig is, maar je ziet duidelijk dat het dier achter een hek staat. Ik heb even met het jonge paardje geknuffeld en gepraat en volgens mij kon hij dat wel waarderen. Ik wel.

Even verderop zie ik in Meteren een boerderij die Den Haag heet. Zou die genoemd zijn naar het gelijknamige dorp waar onze regering zetelt, of is hier sprake van een oud-Geldersche verwijzing naar een heg, die er niet meer staat?

Meteren is een mooi dorpje. Het staat vol met mooie huisjes met mooie rieten kappen.

Ik maak een foto van een naambordje. Het doet me denken aan de tijd dat ik op bezoek ging bij mijn grootouders, toen ik nog een kleine jongen was. Ze woonden in de Beatrixstraat, genoemd naar de kleindochter van Wilhelmina. Het straatnaambordje in hun straat zag er verder net zo uit. Het is iets smaller, dan de bordjes van tegenwoordig en heeft een ander lettertype.

Ik verlaat Meteren via de Blankertseweg. Volgens een bordje waar de fietsroutes op staan aangegeven is het drie kilometer naar Est. Ik moet in ieder geval de Blankertseweg 1500 meter volgen richting Est. Ik ga ervan uit dat het één rechte lijn naar Est is, en dan heb ik er een mooi stukje op zitten. Ik ben dan zo’n vijf kilometer op pad en ik zal daar dan ook de balans eens op maken, kijken hoe laat het is en hopelijk vaststellen dat ik vijf kilometer per uur loop.

Die witte is volgens mij Fluitekruid, maar wat die gele is, dat weet ik niet. Ik houd het maar op bloeiend riet.

Op de Blankertseweg loop ik evenwijdig aan de Betuweroute en de A15, die gelukkig zo ver van mij verwijderd zijn, dat ik ze niet kan horen. Ik kan ze alleen in de verte, aan de horizon zien. Dichterbij de weg staan prachtige huizen.

Even verderop passeer ik de Betuweroute en de A15 over een viaduct. Ik heb nu vijf kilometer gelopen en ik ben precies een uur onderweg. Dat betekent dat ik ondanks het gefotografeer in theorie de totale afstand in drieëneenhalf uur zou kunnen afleggen. Ik moet dan wel dit tempo weten vast te houden, maar ik denk dat dat wel gaat lukken. Dit is een wandeling met mooie rechte lange stukken en prachtige uitzichten, waar ik terwijl ik lekker doorstap op mijn gemak van kan genieten.

De Betuweroute ligt er verlaten bij. De leegheid heeft ook iets van schoonheid in zich, maar het is ergens wel zonde natuurlijk, dat een lijn die miljarden heeft gekost, zo doods is. Ik heb nog even overwogen om even te wachten tot er een goederentrein langs komt en het is tenslotte Bevrijdingsdag, dus laten we hopen dat het komt dat het een feestdag is dat er geen tot weinig beweging is op de Betuweroute.

Vlakbij Est ligt een veld met gele bloemen. Zou het Lijnzaad zijn? Ik ruik niet de voor dit gewas zo penetrante, dieselachtige geur, maar misschien moeten de planten daar volwassen voor zijn. Ik lever mijn bijdrage aan bemesting, door een deel van het veld te besproeien met mineraalrijke katerplas.

Est is een pittoresk dorpje. Misschien niet zo mooi als Meteren, maar naast een mooi wit kerkje er staan leuke huisjes en ook een iets minder mooie bungalow. Het lijkt erop alsof hier tenminste één lid van de welstandscommissie heeft zitten slapen, of het moet zijn dat de welstandscommissaris van Est zelf in deze bunker woont.

Even buiten Est bedenk ik me dat ik een broek met afritsbare pijpen bij me heb. Het is zo heerlijk warm, dat het me een goed plan lijkt om mijn melkflessen te bevrijden en hen wat zon kan gunnen. Uiteraard blijven mijn voeten op deze manier wel wit, maar ik kan toch moeilijk barrevoets de resterende 12 kilometer afleggen.

De broek met afritsbare pijpen heb ik trouwens gekocht toen ik met een maatje (een deel van) de West Highland Way in Schotland ging lopen. Tot die tijd vond ik een dergelijk kledingstuk vallen in de categorie ‘geitenwollensokken’. Iets voor mensen die niet weten wat ze willen en dan  in de winkel tegen elkaar roepen: ‘Kijk ’s,  dat is handig, zo heb ik altijd de keuze, kort of lang en ik hoef die keuze niet van te voren te maken, want ik kan onderweg nog wisselen’. Ik moet echter toegeven, dat het voor een lange afstandswandeling inderdaad handig is en ik loop er nu comfortabeler bij dan zoëven.

De Diepersestraat slingert door het Gelderse land. Ergens halverwege, kom ik langs een terrein van de Gasunie. Ik wist helemaal niet dat hier ook gas werd gewonnen? Daarvoor hebben we toch Slochteren? Onderzoek op internet leert me, dat die gedachte niet zo gek was. Het gaat om een terrein dat wordt gebruikt voor transport voor gas. Op de site van de Gasunie lees ik bovendien dat hier een jaar geleden een belangwekkende vondst is gedaan.

Oudste vaartuig van Gelderland ontdekt in Elst

Groningen, 2 maart 2010

Bij graafwerkzaamheden voor een nieuwe gastransportleiding van Gasunie bij Elst (gemeente Overbetuwe) is een deel van een prehistorische boomstamkano gevonden. De kano dateert waarschijnlijk uit de periode 400 tot 200 voor Christus en is daarmee het oudste bekende vaartuig van de provincie Gelderland.

Gasunie breidt haar transportnetwerk uit met zo’n 500 kilometer nieuwe gastransportleiding, de zogenaamde Noord-Zuid Route. Tussen Angerlo en Beuningen worden nieuwe leidingen gelegd met een diameter van 48 inch (1, 22 meter). Bij het graven van een bouwkuip voor de kruising van een snelweg kwam een kraanmachinist op een diepte van 3,5 meter een stuk hout tegen. Hij realiseerde zich dat dit niet zomaar een stuk hout was, legde het aan de kant en waarschuwde Gasunie. Gasunie schakelde RAAP Archeologisch Adviesbureau in, dat samen met de archeoloog van de gemeente Overbetuwe de vondstsituatie vastlegde en twee kanofragmenten veiligstelde. (…)

Ik vind het vooral knap van de kraanmachinist dat hij ‘zich realiseerde dat die niet zomaar een stuk hout was’. Hoe komt zo’n man erop? Grappig ook dat ze het op de site van de Gasunie over Elst hebben. Dat ligt ook in Gelderland, maar meer in de buurt van Arnhem en Nijmegen!

Waar de Diepersestraat overgaat in de Zwarte Kade, bevindt zich een Bed & Breakfast. Wie door dit verslag en mijn foto’s geïnspireerd is geraakt,  kan dus eenvoudig zelf dit gebied verder verkennen. Het gaat om B&B Snellenstein (06 43961529) tussen Est en Neerijnen.

Onderweg naar Neerijnen zie ik in de verte boven de boomtoppen de pilonen van de Martinus Nijhoffbrug. De brug waar ik naar op weg ben en die ik moet oversteken om in Zaltbommel, de eindbestemming van deze wandeling, te komen.

De Martinus Nijhoffbrug is genoemd naar de dichter Martinus Nijhoff, die de brug als onderwerp heeft gebruikt in zijn gedicht De moeder, de vrouw.

De moeder de vrouw

Ik ging naar Bommel om de brug te zien.
Ik zag de nieuwe brug. Twee overzijden
die elkaar vroeger schenen te vermijden,
worden weer buren. Een minuut of tien
dat ik daar lag, in ’t gras, mijn thee gedronken,
mijn hoofd vol van het landschap wijd en zijd –
laat mij daar midden uit de oneindigheid
een stem vernemen dat mijn oren klonken.

Het was een vrouw. Het schip dat zij bevoer
kwam langzaam stroomaf door de brug gevaren.
Zij was alleen aan dek, zij stond bij ’t roer,

en wat zij zong hoorde ik dat psalmen waren.
O, dacht ik, o, dat daar mijn moeder voer.
Prijs God, zong zij, Zijn hand zal u bewaren.

Even verderop loop ik langs een schuur met een onvervalste hooizolder. Ik kan het niet nalaten en glimlachend vraag ik me af hoeveel mensen in het verleden daar, in het hooi, hebben liggen fiemelen en vozen?

Op een bordje staat ‘Kasteeltuin’ en dat klinkt interessant. Gelukkig mag ik hier ook rechtsaf slaan. Waarschijnlijk voert de route dus verder door de kasteeltuin.

Ik bevind me nu op landgoed Waardenburg en Neerijnen. Ik ben halverwege, heb negen kilometer in de benen en we gaan weer off road, van het asfalt op de onverharde weg door een bosje. Het is wel even lekker in de schaduw.

Het kasteel waar ik naar op zoek was, blijkt het gemeentehuis van Neerijnen. Het is een statig pand, inclusief ophaalbrug.  Welke gemeente heeft er nog zo’n gemeentehuis?

Even verder ligt de kasteeltuin. Net erbuiten ligt een prachtig kerkje.

Het landgoed is heerlijk om te lopen. Ik loop op een lange, onverharde laan met aan weerszijden oude, hoge bomen die een soort van erehaag voor mij, de eenzame wandelaar, vormen.

In de verte zie ik de weg al naar boven gaan, naar de Waalbandijk.

Het uitzicht vanaf de Waalbandijk is fenomenaal. Ik schat dat de dijk een meter of vier hoog is. Hoewel ik ver kan kijken, kan ik de Waal net niet zien. Die slingert zich ergens aan de horizon aan het einde van de uiterwaarden richting de Noordzee. De bruggen bij Zaltbommel zijn wel te zien. De spoorbrug voorop en daarachter de Martinus Nijhoffbrug.

Op de Waalbandijk loop ik langs een watertje, in de uiterwaarde lopen witte koeien en verderop staat een molen. Het zou zo maar kunnen zijn dat ik nu op het mooiste stuk van deze wandeling, en misschien wel het mooiste deel van alle wandelingen tot nu toe ben.

Nog voor ik bij de molen ben kom ik bij een pandje dat er uitziet als een kasteeltje. Het zal het kasteel van Waardenburg zijn. Google en Wikipedia bieden uitkomst.

Kasteel Waardenburg, soms ook Weerdenburg genoemd,  is een middeleeuws kasteel gelegen te Waardenburg in de gemeente Neerijnen. (…) Het kasteel liep in de Tweede Wereldoorlog schade op tijdens de bombardementen van de nabij gelegen Bommelse Brug en werd in 1957 onbewoonbaar verklaard. Een liefdevolle huurder (A.F. van Goelst Meyer) heeft vervolgens voor grootschalige restauratie gezorgd. Het heeft momenteel ongeveer de helft van zijn oorspronkelijke omvang, waarbij vooral oude delen bewaard zijn gebleven.

Op een meetlat langs een dijkhuisje is goed te zien tot hoe hoog het water zou kunnen komen. Als het ter hoogte van de dijk komt, dan is het tot zo’n 10 meter boven NAP gestegen. Het is zo ook goed te zien hoe hoog de dijk zelf is. De lat begint bij vijfeneenhalve meter en eindigt bij negeneneenhalve meter. Mijn inschatting dat de dijk vier meter hoog is, was dus niet slecht.

Net als ik bedenk dat ik deze spoorwegovergang een keer niet ga fotograferen (ik vind die roodwitte slagbomen tegen een blauwe lucht zo fotogeniek), gaan de bellen af, beginnen de lampen te knipperen en wordt de overgang gesloten.

Wachten duurt altijd lang. Er is één trein langsgekomen en er staat een bord “WACHT tot het rode licht gedoofd is er kan nog een trein komen, maar de verleiding is groot om over te steken. Het is goed dat ik dat niet deed, want inderdaad er kwam nog een trein uit de andere richting. Die borden staan er niet voor niets.

Er zijn twee treinen gepasseerd. Omdat ik ervan uitging dat er na deze treinen niet nóg een trein komt heb ik op mijn gemak op de overweg gestaan om vanuit het perspectief van een machinist een foto te maken van de spoorbruggen naar Zaltbommel.

Dit is de eerste route waarbij ik niet direct door een tunnel ben gekomen. Ik heb dertien kilometer moeten lopen om onder de A2 door, mijn eerste tunnel te pakken. Het is de eerste route, waarvan ik denk ‘hé, de naam Tunneltocht, gaat deze keer niet op, maar hij voerde uiteindelijk wel weer door een tunnel, dus de bijnaam blijft staan.

Voordat ik de brug oploop kom ik langs een monument. Bij de bouw van de brug zijn diverse mensen omgekomen, die middels dit gedenkteken, een deel van de vorige brug tussen Waardenburg en Zaltbommel, worden herdacht.

Het is niet anders, er is geen andere manier om de Waal over te steken, dan via de Martinus Nijhoffbrug, en dat betekent dat ik nu langs de A2 loop.

Auto’s razen voorbij en na de rust op in de dorpjes bij Geldermalsen, op het landgoed van Waardenburg en Neerijnen en in de uiterwaarden, krijg ik een hekel aan onze heilige koe.

Tot aan deze brug is dit echt de mooiste wandeling tot nu toe geweest, maar het kabaal wat de auto’s maken doet me dat bijna vergeten! Gelukkig is de brug zelf een architectonisch wonder.

Ondanks het rumoer is het uitzicht vanaf de brug natuurlijk weergaloos. Je kan goed zien hoe breed de Waal hier is, er zijn legio strekdammen en er is aardig wat scheepvaart. Het aantal schepen dat ik voorbij zie varen doet vermoeden dat de Waal een belangrijke rivier is voor de scheepvaart. Wikipedia zeg hierover:

De Waal is veruit de waterrijkste riviertak (65% van de waterafvoer van de Rijn) en ook de voornaamste voor de scheepvaart. De totale lengte van de Waal bedraagt 82 kilometer.

Midden in een vijver staat een hele grote kastanjeboom en ik vraag me af of,  en zo ja hoe deze boom zijn voetjes droog houdt.

Even verderop zie ik een man op een bankje tussen een paar oude brugdelen zitten uitkijken over de Waal en de Martininus Nijhoffbrug met zijn pilonen, en tuien en ik kan me voorstellen dat dit een mooi plekje is om te mijmeren.

Langs het smalle pad langs de Stadsdijk zijn om de vijftig meter bankjes geplaatst waar mensen even hun vermoeide benen kunnen laten rusten, of waar ze kunnen genieten van het uitzicht over het water en de passerende binnenvaartschepen.

Op één van die bankjes zit een vrouw. Ze vraagt me met raspende, waarschijnlijk doorrookte stem: ‘Wat is dat voor wandeling die je loopt?’ Ze ziet me natuurlijk lopen met het boekje LLdL in mijn hand. Enthousiast vertel ik haar, terwijl ik in beweging blijf, dat ik van Utrecht naar Den Bosch loop. ‘Fantastisch, je bent al een end op weg!’, roept ze me met haar schorre stem na. Nou, inderdaad denk ik. Het is een fijne opsteker en ik kan hem gebruiken, dus ik knoop hem in mijn oren. Hierna nog één etappe, maar eerst nog even bij het station van Zaltbommel zien te geraken.

Zaltbommel heeft zo op het eerste gezicht twee kerken, een best wel grote en een nog veel grotere.

Ik heb iets met lange, hoge schoorstenen. Ik weet niet wat het is, maar ik fotografeer ze graag. Hier hebben mensen direct naast de schoorsteen een huis gebouwd. Misschien moesten ze de schoorsteen laten staan, is het een beschermd stadsgezicht? Ik vind het wel bijzonder. Behalve dat het natuurlijk een fijne plek is met uitzicht over de Waal draagt het feit dat het huis om de schoorsteen is gebouwd bij aan de originaliteit van de woning.

Op de Waalkade staat een beeld van Jip en Janneke. Het is op 10 oktober 1992 onthuld door Fiep Westendorp en Annie M.G. Schmidt, de geestelijk ouders van deze kinderen, die iedereen wel kent uit zijn of haar jeugd. Annie schreef de verhalen en Fiep maakte de tekeningen. Het beeld is gemaakt door Ton Knoops en is een initiatief van de plaatselijke VVV om Fiep Westendorp, die is geboren in Zaltbommel, te eren. In het stadskasteel van Zaltbommel is ook een permanente expositie van haar werk en leven.

Omdat het water in de Waal behoorlijk kan stijgen, heeft men een systeem bedacht om de dijk eenvoudig te verhogen en zo te voorkomen dat het stadje onderloopt zodra de skipistes weer smelten.

Hoewel het terrasje aan het einde van de Waalkade, bij de Waterpoort er zeer aanlokkelijk uitziet, loop ik het toch voorbij, want ik wil vanavond op tijd thuis zijn.

Het centrum van Zaltbommel bestaat uit een verzameling van huizen met gevels die verschillende bouwstijlen kenmerken. Ik zie trapgevels, hals- en klokgevels en lijstgevels. Het is net klein Amsterdam, maar dan zonder de grachten.

Op de laatste kilometers door Zaltbommel maak ik een ogenschijnlijk overbodig rondje om de kerk. Overbodig, omdat ik weinig interesse heb voor de kerk an sich en ik gewoon naar het station wil. Toch volg ik de route zoals is aangegeven in  LLdL en maak braaf het rondje om de kerk.

Boven de poort van het Oudemannen- en vrouwenhuis in de Nieuwstraat staan twee beelden. Eén van een oude man en één van een oude vrouw. Het pand is uit 1778 en was de voorloper van wat wij nu bejaardenhuis noemen.

In de Nieuwstraat is ook Argentijns restaurant Máxima te vinden. Je moet er maar op komen, om je restaurant naar onze kroonprinses te noemen. Omdat zij ook van Argentijnse afkomst is, wel goedgevonden, natuurlijk. Ik vraag me af of zij en W.A. er al zijn gaan eten?

Behalve een zwak voor hoge schoorstenen heb ik ook een zwak voor electriciteitshuisjes. Ze zien er vaak een beetje triest en sullig uit, maar hebben, misschien wel daarom, toch een bepaalde aantrekkingkracht.

Onderweg naar het station kom ik langs een Joodse begraafplaats, waar bij een monument dat voorstelt verse kransen liggen. Het is net vier mei geweest, de dag waarop o.a. de mensen worden herdacht die als gevolg van de Tweede Wereldoorlog zijn gestorven. Hoewel ik een trein wil halen, sta ik hier toch even stil bij wat er 70 jaar geleden is gebeurd.

Het monument stelt een menora voor. De traditionele zevenarmige kandelaar is het oude symbool voor het Hebreeuwse volk en één van de oudste symbolen voor het jodendom in het algemeen. Ze verbeeldt de brandende braambos dat Mozes op de berg Sinaï zag.

Na een korte pauze loop ik weer verder.

Vlak voor het station moet ik in Zaltbommel opnieuw onder de A2 door. Het stadje wordt door de snelweg in tweeën gespleten en dat lijkt me redelijk uniek. Men heeft er blijkbaar niet voor gekozen om de stad heen te gaan. Wat hierbij opvalt is dat het rumoer van de auto’s wat ik op de brug heb ervaren hier afwezig is. Het is nagenoeg niet te horen dat boven mijn hoofd auto’s rijden. Er is een hele goede geluidswering gebouwd en waarschijnlijk is dat de voorwaarde geweest op basis waarvan de snelweg hier toch mocht worden aangelegd, dwars door de bebouwde kom.

Even voorbij het viaduct staat een blikvanger opgesteld die meer als papierbak wordt gebruikt. Terwijl ik er een foto van maak, verwacht ik bijna ‘Papier hier!, te horen net als in de Efteling.

Ik arriveer keurig op tijd bij het station. Het is vijf voor half vijf. Dat betekent dat ik de 18 kilometer in drie uur en 35 minuten heb afgelegd. Inmiddels heb ik wel trek en ik hoop dat ik op het station wat te eten kan kopen, maar daarvoor lijkt het gebouw me een beetje klein. Misschien dat er ergens een automaat staat?

Wie ooit in Zaltbommel op de trein wil stappen, dient er rekening mee te houden dat er in het schattige witte gebouwtje geen versnaperingen te krijgen zijn. Had ik dit eerder geweten, dan had ik in één van de cafés in het centrum desnoods staand aan de toog een biertje achterover geslagen. Nu moet ik het doen met lauw water uit mijn Camelbag, terwijl ik kijkend langs het spoor nog een laatste keer kan genieten van het uitzicht op de Martinus Nijhoffbrug.

Geldermalsen – Zaltbommel: 18 km / Nog 28 km te gaan…

Zie ook https://dewarmloper.wordpress.com/2011/04/02/lopen-langs-de-lijn-aanleiding/

en https://dewarmloper.wordpress.com/2011/04/13/lopen-langs-de-lijn-etappe-1/

en  https://dewarmloper.wordpress.com/2011/04/16/lopen-langs-de-lijn-etappe-2/

en https://dewarmloper.wordpress.com/2011/04/18/lopen-langs-de-lijn-etappe-3/

en https://dewarmloper.wordpress.com/2011/04/23/lopen-langs-de-lijn-etappe-4/

en https://dewarmloper.wordpress.com/2011/05/19/lopen-langs-de-lijn-etappe-5/

en https://dewarmloper.wordpress.com/2011/05/19/lopen-langs-de-lijn-etappe-7/